Skip to content
Veerle Baert
Veerle Baert

  • Wie ben ik?
  • Mijn mondelinge en schriftelijke vragen
    • Q2 2025
    • Q1 2025
Veerle Baert

Mijn mondelinge en schriftelijke vragen

Defecte sensoren van de sorteerpunten IVAGO

24/06/2025 – Schriftelijke vraag gericht aan Sofie Bracke

De vraag →

Heel wat appartementen en enkele huizen zijn aangesloten op een sorteerpunt.

Enkel inwoners die toegang hebben tot het sorteerpunt kunnen met hun sorteerpuntkaart de luiken openen.

Ik heb vernomen dat af en toe de sensoren niet werken, waardoor de luiken niet opengaan en het afval niet kan gedeponeerd worden.

  • Hoe werkt het hele systeem ?
  • Wat als er zich een storing/defect  voordoet ?
  • Hoe verloopt de communicatie naar de buurtbewoners ?
Het antwoord →

Gezinnen die via dit systeem hun afval moeten aanbieden, krijgen een sorteerpuntkaart van IVAGO. Met deze kaart hebben ze toegang tot een of meerder locaties met ondergrondse containers in hun buurt. Als het saldo toereikend is en de kaart zelf niet defect is, dan kunnen ze afval deponeren tussen 6 en 22 uur.

Als er problemen zijn met een ondergrondse container, dan ontvangt IVAGO automatisch een melding en plant IVAGO een interventie. Doorgaans lukt dit al de dag zelf of de dag nadien, afhankelijk van de omvang van het probleem.

De communicatie verloopt via de display van de zuil. Het scherm geeft duidelijk aan wanneer de zuil niet toegankelijk, defect of vol is, alsook wanneer de burger onvoldoende saldo heeft. Bij een probleem van langere duur, zorgt IVAGO voor bijkomende communicatie met bijvoorbeeld affiches of stickers.

De algemene communicatie over het gebruik van de ondergrondse containers loopt via de diverse communicatiekanalen van IVAGO, waaronder ook een sorteerpuntbrochure met info over de melding van mogelijke defecten.


Huisartsentekort

23/06/2025 – Schriftelijke vraag gericht aan Astrid De Bruycker

De vraag →

De algemene stelregel is dat één huisarts ongeveer 1.000 patiënten kan verzorgen. Zijn er dus minder dan 10 artsen per 10.000 inwoners in een gemeente actief, dan valt die als ‘huisartsenarm’ te omschrijven.

De norm die als ‘ideaal’ wordt beschouwd, is 90 huisartsen (jonger dan 65 jaar) per 100.000 inwoners.

Huisartsenkringen betwisten het gebruik van RIZIV-cijfers, omdat de federale overheid zich baseert op domicilie-adressen. Die lopen lang niet altijd gelijk met het adres waar de huisarts actief is of zijn/haar praktijk heeft. In sommige gemeenten is het tekort aan huisartsen in werkelijkheid dan ook groter dan de Vlaamse kaart weergeeft.

  • Gebruikt de Stad Gent voor haar gezondheidsbeleid de RIZIV-cijfers om de huisartsendichtheid in kaart te brengen? Indien ja, is de schepen zich ervan bewust dat deze cijfers gebaseerd zijn op domicilieadressen en mogelijk niet overeenkomen met de locatie van de huisartsenpraktijken?
  • Houdt de stad rekening met de kritiek van huisartsenkringen dat het gebruik van deze RIZIV-cijfers een vertekend beeld kan geven van de werkelijke huisartsendichtheid per wijk?
  • Wordt er in Gent, naast de federale cijfers, ook gebruik gemaakt van eigen data of aanvullende bronnen om een realistischer beeld te krijgen van het aantal actieve huisartsen per wijk?
  • Volgens de norm van 1 huisarts per 1.000 inwoners en een ideale verhouding van 90 huisartsen jonger dan 65 jaar per 100.000 inwoners: voldoet Gent als stad, en voldoen de verschillende wijken binnen Gent, aan deze norm?
  • Zijn er Gentse wijken die onder de drempel van 10 huisartsen per 10.000 inwoners vallen en dus als ‘huisartsenarm’ beschouwd kunnen worden? Zo ja, welke zijn dat?
  • Worden er acties ondernomen om huisartsen aan te moedigen zich te vestigen in wijken waar er tekorten zijn?
  • Welke structurele maatregelen neemt de stad om op langere termijn een evenwichtige en duurzame huisartsenzorg te garanderen voor alle Gentenaars?
Het antwoord →

Beste collega Baert,  

Dank voor je vraag en de terechte aandacht die je vestigt op de rol van de huisarts in ons zorglandschap. De huisarts vervult immers een essentiële functie als eerstelijnszorgverlener. Niet alleen is hij of zij vaak het eerste aanspreekpunt voor patiënten, maar ook speelt de huisarts een sleutelrol in het efficiënt functioneren van het bredere zorgsysteem. We stellen vast dat mensen zich nog te vaak rechtstreeks wenden tot gespecialiseerde zorg, zoals spoeddiensten, zonder eerst een huisarts te raadplegen. Dit leidt tot een aanzienlijke druk op de tweedelijnszorg. Daarom is het van groot belang dat er in elke regio voldoende huisartsen beschikbaar zijn. Je snijdt dus een bijzonder belangrijk thema aan, waar ik graag dieper op inga. 

Wat betreft de situatie in Gent: als stadsbestuur maken we geen gebruik van de gegevens van het RIZIV, omdat deze jammer genoeg verouderd zijn en geen accuraat beeld geven van de actuele aanwezigheid van huisartsen in onze stad. Om toch een goed zicht te krijgen op de spreiding en beschikbaarheid van huisartsen in Gent, baseren we ons momenteel op twee bronnen. Enerzijds is er de sociale kaart van Vlaanderen, waarop alle Gentse huisartsen vermeld staan. Deze informatie is echter niet altijd up-to-date, aangezien het aan de huisartsen zelf is om hun gegevens aan te passen. Anderzijds is er de monitoring door de Huisartsenvereniging Gent vzw (HVG), die een veel betrouwbaarder en actueler beeld biedt. 

Zo brengt de HVG onder meer in kaart hoeveel huisartsen er per wijk actief zijn, hoeveel praktijken er zijn en hoe de leeftijdsverdeling van de artsen eruitziet. Op basis daarvan kunnen we inschatten hoeveel artsen er binnen vijf jaar met pensioen zullen gaan. 

Deze monitoring gebeurde in het verleden ook in functie van het Impulseo-fonds, een initiatief van de overheid dat financiële stimulansen bood aan huisartsen die zich in huisartsarme gebieden wilden vestigen. De norm van negen huisartsen per tienduizend inwoners is afkomstig uit deze regeling. Het gaat hier echter om een theoretische norm die enkel rekening houdt met het aantal artsen, en niet met het aantal uren dat zij effectief werken. Aangezien veel huisartsen deeltijds actief zijn, ligt de werkelijke capaciteit vaak lager dan deze theoretische norm. Vlaanderen werkt momenteel aan een betere tool om de werkelijke capaciteit van huisartsen in kaart te brengen. 

Wat betreft de concrete cijfers: in 2024 telde Gent 364 huisartsen, exclusief artsen in opleiding. Zij zijn actief in 81 solopraktijken, 63 groepspraktijken en 11 wijkgezondheidscentra. Het merendeel van deze artsen is geconventioneerd. In de komende vijf jaar verwachten we een uitstroom van ongeveer 18%. Dankzij de aanwezigheid van de opleiding huisartsgeneeskunde aan de Universiteit Gent is de instroom in onze stad iets gunstiger dan elders. In 2023 waren er 59 huisartsen in opleiding actief in Gentse praktijken. 

Toch zijn er signalen dat de beschikbaarheid van huisartsen door de bevolking minder positief wordt ervaren. In 2023 gaf 74,3% van de Gentenaars aan dat er voldoende huisartsen in de buurt zijn, tegenover 85,3% in 2020. Deze daling kan verschillende oorzaken hebben. Zo zijn na de coronaperiode de open consultaties in veel praktijken weggevallen en is het moeilijker geworden om een nieuwe huisarts te vinden, onder meer door patiëntenstops. 

Hoewel Gent op basis van de theoretische norm voldoende huisartsen telt, wordt er geen rekening gehouden met het aantal uren dat artsen effectief werken. Bovendien zijn de huisartsen niet gelijkmatig verspreid over de stad. Uit de gegevens blijkt dat er anno 2025 tekorten zijn, of zich binnenkort kunnen voordoen, in wijken zoals de stationsbuurt-Zuid, Zwijnaarde, de Kanaaldorpen, Drongen, Elisabethbegijnhof – Prinsenhof – Papegaai – Sint-Michiels, Macharius-Heirnis en Gentbrugge. 

Het is belangrijk om hierbij enkele kanttekeningen te maken. Hoewel Gent er in vergelijking met veel randgemeenten en andere Vlaamse steden relatief goed voor staat, zijn ook hier de tekorten voelbaar. De situatie kan bovendien snel veranderen. Wanneer een voltijds werkende huisarts met pensioen gaat, kan dat lokaal een groot tekort veroorzaken. Anderzijds kan een tekort ook snel worden opgevangen wanneer een nieuwe arts zich in de wijk vestigt.  

Als Stad volgen we de monitoring op de voet en communiceren we actief naar de Gentenaars over het belang van een vaste huisarts en de werking van de huisartsenwachtposten. Daarnaast stimuleren we, in samenwerking met de betrokken stedelijke diensten, aandacht voor ruimte voor eerstelijnszorg bij stedelijke ontwikkelingen. In dat kader zijn er al verschillende overlegmomenten geweest met huisartsen over specifieke stadsontwikkelingsprojecten, zoals in de Bernadettewijk en de Oude Bareel. Tot slot brengen we huisartsarme wijken in kaart voor de dienst Stedenbouw en communiceren we naar huisartsen over de adviesfunctie van deze dienst. Huisartsen die hun praktijk willen uitbreiden, vinden immers niet altijd een geschikt pand in hun wijk.  Ik hoop dat dit een helder overzicht biedt van de situatie en de inspanningen die geleverd worden. Uiteraard blijf ik hierover graag met je in gesprek.


Bevraging woonzorgcentra 

23/06/2025 – Mondelinge vraag gericht aan Astrid De Bruycker

De vraag →

Meer dan 8.000 bewoners en 11.000 familieleden gaven het afgelopen jaar hun mening over hoe zij de kwaliteit van leven, wonen en zorg in woonzorgcentra ervaren. De bevraging, waaraan meer dan de helft van de Vlaamse woonzorgcentra deelnam, is een initiatief van het Vlaams Instituut voor Kwaliteit van Zorg (VIKZ), de Vlaamse Ouderenraad en het Expertisecentrum Dementie Vlaanderen. De Vlaamse Ouderenraad leidde hiervoor maar liefst 600 vrijwillige enquêteurs op. Zij gingen met bewoners in gesprek. Stuk voor stuk mensen met een luisterend oor, die een cruciale rol speelden in deze bevraging waarvoor dank.

De resultaten werden onlangs gepubliceerd.

  • Hoe evalueert de schepen de resultaten van de 5 Gentse publieke woonzorgcentra?
  • Zijn er belangrijke aandachtspunten die we kunnen meenemen ter verbetering ?   Want kwaliteitsverbetering stopt niet bij meten – het begint er pas.
Het antwoord →

Waterdoorlatende inrichting van parkings en toegankelijkheid

22/05/2025 – Schriftelijke vraag gericht aan Joris Vandenbroucke

De vraag →

De parking van het Rozebroekenzwembad wordt gekenmerkt door grasdallen (zie afbeelding 1 in bijlage). Dit zorgt voor een waterdoorlatende ondergrond maar voor rolstoelgebruikers is het zeer uitdagend om hierover te rijden. Ook voor mensen die wat moeilijker stappen, al dan niet met behulp van een rollator of krukken, is dit geen evidentie. Er zijn nochtans alternatieven zodat zowel de doorlaatbaarheid als de toegankelijkheid gewaarborgd blijven bv. de waterdoorlatende klinkers aan de parking van de Mediamarket in Oostakker

  • Kunnen de parkeerplekken voor personen met een beperking aan de Rozenbroeken heraangelegd worden zodat de berijdbaarheid gewaarborgd blijft?
  • Kan er in de toekomst, bij de (her)aanleg van parkeerplaatsen, gebruik gemaakt worden van waterdoorlatende klinkers in plaats van grasdallen?
Het antwoord →

De parking van zwembad Rozenbroeken wordt beheerd door Lago. We stuurden bovenstaande vraag naar hen door maar kregen nog geen antwoord.  

Bij nieuwe ontwerpen voor (her)aanleg van parkeerplaatsen in de publieke ruimte kiest de Stad Gent steeds voor maximale toegankelijkheid voor minder mobiele personen. In een parking zoals deze van zwembad Rozenbroek – mocht die door de Stad beheerd worden – zou de Stad, naast parkeerplaatsen in grasdallen, minstens een aantal parkeerplaatsen in bijvoorbeeld betonstraatstenen voorzien, voorbehouden voor minder mobiele personen.  


Integratiebeleid

19/06/2025 – Mondelinge vraag gericht aan Bram Van Braeckevelt

De tvraag →

De Vlaamse regering bevestigt de structurele regierol van lokale besturen in het integratiebeleid.

De ondersteuning wordt toegewezen aan het  Vlaams Agentschap Integratie en Inburgering (AgII) en  expertenorganisaties, in plaats van rechtstreeks aan de besturen.

Lokale besturen hebben nood aan een structurele verankering van mensen en financiële middelen om blijvend in te spelen op lokale uitdagingen.

  • Welke impact zal deze maatregel hebben op de stad Gent?
Het antwoord →

Collega Baert,


 Over de standaarddienstverlening, wij interpreteren de nota in de opsomming van minister Crevits in de eerste plaats als een kader voor de samenwerking van Vlaams Agentschap Inburgering en Integratie met steden en gemeenten, die geen stedelijk agentschap hebben. Voor Gent ligt dit anders, gezien het Gents Agentschap Amal. In die zin verwacht ik op dit moment dat er weinig zal veranderen.

Waar wel van alles rond beweegt, is de bijkomende ondersteuning. Dit in de vorm van extra middelen voor oefenkansen Nederlands, de verlenging van het participatie en netwerktraject het nieuwe plan sociale cohesie. Vooral rond het plan sociale cohesie heerst er momenteel nog onduidelijkheid en vraagt o.a. VVSG vertrouwen in en voldoende middelen voor lokaal integratiebeleid.

Ik maak me grote zorgen het feit dat het budget voor het plan sociale cohesie wordt teruggeschroefd, en kennen we de inhoudelijke hoofdlijnen, op een concrete uitwerking blijft het wachten. Het voornemen om de meeste middelen via het Vlaams Agentschap en middenveldorganisaties te verdelen, strookt niet met het subsidiariteitsprincipe en bedreigt de bevestigde regierol van de lokale besturen. Nochtans zijn het de lokale besturen, die de voorbije jaren het Plan Samenleven lokaal vorm hebben gegeven én in belangrijke mate mee hebben gefinancierd.  Ik hoop dan ook dat de middelen ook in de toekomst rechtstreeks naar de stad en naar Amal blijven vloeien.

We hebben de expertise en weten zelf het best welke methodieken en partners het meest geschikt zijn om op maat van de Gentse context oplossingen uit te werken die impact hebben op het terrein. Het gaat er over om beschikbare middelen – die al schaarser geworden zijn – op de meest effectieve manier in te zetten.  

Ik besluit, collega Baert, met wat je zelf aangaf: Lokale besturen hebben nood aan een structurele verankering van mensen en financiële middelen om blijvend in te spelen op lokale uitdagingen. En die zijn ook in onze stad groot.

Ik hoop dat ook de Vlaamse overheid er deze visie op nahoudt.


Voltijdse jaaropleiding technisch onderwijs

10/06/2025 – Mondelinge vraag gericht aan Evita Willaert

De vraag →

Er zijn in de Gentse regio (en bij uitbreiding in de nabijheid van goed en regelmatig openbaar vervoer) te weinig technische (nijverheid) voltijdse jaaropleidingen voor jongeren die (nog) een jaar zich willen bijscholen. Niet alle jongeren zien een bachelor- of graduaatsopleiding zitten. 

Er is in Gent bijvoorbeeld geen enkele voltijdse lasopleiding, hernieuwbare energietechnologie, elektro-, autotechniek opleiding bij Syntra in Gent. 

Er is wel een alternatief bij de collega’s van CVO en Kisp maar nooit in een traject van een dagopleiding waarbij ouders recht blijven hebben op een Groeipakket. 

  • Wordt er nagegaan bij de industrie, de ondernemingen  welke profielen er nodig zijn? 
  • Wordt het resultaat afgestemd/teruggekoppeld met het onderwijslandschap (CVO, Kisp, Hogent, Odissee, TSO scholen)? 
  • Wordt het delen van opleidingsateliers en locaties tussen de verschillende onderwijsinstanties aangemoedigd?
  • Wordt er onderzocht waar samenwerken mogelijk is? 
Het antwoord →

Beste raadslid,

Bedankt voor uw vraag. Ik onderschrijf natuurlijk het belang van een goed aanbod aan opleidingen in onze stad, zodat jongeren een goeie studiekeuze kunnen maken die past bij hun talenten en interesses, waar die ook liggen. 

In uw vraag gaat u specifiek in op het aanbod aan technische opleidingen. Ten eerste wil ik graag onderstrepen dat er in Gent wel degelijk een ruim aanbod bestaat aan technische opleidingen in het secundair onderwijs: ook de opleidingen die u naar voor schuift (zoals bijvoorbeeld lassen, elektrotechnieken, autotechnieken, …) worden in de Gentse scholen ingericht. Dat zijn voltijdse opleidingen, gericht op leerlingen in het secundair. 

Uit uw vraagstelling leid ik af dat u voornamelijk wil ingaan op opleidingen voor volwassenen. Ik wil in eerste instantie graag meegeven dat ik het zeer belangrijk vind dat mensen zich ook na het afsluiten van het secundair onderwijs kunnen blijven bijscholen, en dat er leerwegen zijn voor mensen die geen diploma secundair behaald hebben. Daar hebben we het daarnet ook al over gehad toen het ging over inschrijvingsgeld in het volwassenenonderwijs. Blijvend investeren in leren is belangrijk voor persoonlijke ontwikkeling. Het geeft mensen ook meer kansen op de arbeidsmarkt. 

Uw vraag richt zich specifiek op technische dagopleidingen georganiseerd door Syntra. Syntra organiseert in Gent verschillende dagopleidingen op een aantal domeinen. Daar zitten ook een aantal technische opleidingen tussen. Heel concreet vraagt u naar afstemming tussen arbeidsmarkt en onderwijsinstellingen. Die afstemming is van belang om ervoor te zorgen dat het aanbod aan opleidingen tegemoet komt aan noden in het werkveld. 

Als Schepen van Onderwijs kan ik, behalve voor het stedelijke net, niet tussenkomen in het opleidingsaanbod dat de verschillende onderwijsinstellingen in onze stad organiseren. Het zijn de verschillende scholen, netten en koepels die beslissen over de opleidingen die zij programmeren. 

De stad neemt wél verschillende initiatieven om ervoor te zorgen dat onderwijs en arbeidsmarkt elkaar beter vinden. Dat gebeurt gedeeld vanuit mijn bevoegdheid Onderwijs en vanuit de bevoegdheid Werk onder collega Van Braeckevelt. Die afstemming is belangrijk in functie van  aanbod, maar ook in functie van stages of andere vormen van werkplekleren. Ik verwijs ook graag naar het voorbije arbeidspact, onder bevoegdheid van schepen Van Braeckevelt. Daarbij werd ingezet op een drie sporen beleid. 1 van die sporen was de overgang van school naar werk. Binnen dat kader ging de stad samenwerkingen aan met een aantal sectoren, waaronder bvb de bouw en de horeca.

Binnen mijn bevoegdheid Onderwijs kan ik bijvoorbeeld verwijzen naar de werking van het Onderwijscentrum rond onderwijs en arbeidsmarkt: onder die noemer zitten bijvoorbeeld werkingen die studiekeuze ondersteunen door leerlingen te laten kennismaken met verschillende beroepen, stage-ondersteuning en ondersteuning van duaal leren. Daarnaast zijn er ook initiatieven die specifiek gericht zijn op afstemming tussen onderwijs en arbeidsmarkt: een goed voorbeeld daarvan zijn de  Lokale actienetwerken matchmakers, die scholen ondersteunen in hun samenwerking met het werkveld.

Een aantal zaken die ik kan meegeven. 

Op uw eerste twee vragen kan ik antwoorden: ja. Er is afstemming met de verschillende sectoren over de noden die zij hebben, en dat resultaat wordt gedeeld met de verschillende onderwijsspelers. 

Afstemming tussen onderwijs- en arbeidsmarktpartners gebeurt bijvoorbeeld binnen de netwerkgroep “Levenslang Leren”. In die netwerkgroep zetelen de instellingen hoger onderwijs, de Centra voor Volwassenenonderwijs, Amal, Leerwinkel De Stap, de Dienst Activering en Werk, het Onderwijscentrum, de VDAB en Syntra. Binnen deze netwerkgroep kan dus uitgewisseld worden tussen onderwijs- en arbeidsmarktpartners: daar werden bijvoorbeeld door de VDAB en Agoria, de sectorale werkgeversorganisatie voor technologiebedrijven, cijfers gepresenteerd rond arbeidsmarktprognoses, economische evoluties en groei- en krimpberoepen. De verschillende onderwijspartners hadden op die manier de nodige informatie om aan de slag te gaan met hun aanbod.  

Ook het partnerschap “Gent, Stad in Werking” brengt verschillende partners samen die bezig zijn met arbeidsmarkt: ook onderwijspartners zijn daarin betrokken. In de schoot van dat partnerschap is er bijvoorbeeld overleg tussen sectoren zoals North Sea Port of de bouwsector enerzijds en onderwijspartners anderzijds. Binnen dit kader werd onder andere een analyse gemaakt van de bestaande samenwerking tussen onderwijs en arbeidsmarkt: wat gebeurt er al, wat kan beter, … Naar aanleiding hiervan zal er een actiegroep van start gaan die zich specifiek zal richten op de afstemming tussen onderwijs en arbeidsmarkt. 

Er is natuurlijk ook overleg tussen de stadsdiensten: het Onderwijscentrum is in overleg met de Dienst activering en Werk. Signalen rond noden van de arbeidsmarkt worden daar ook doorgegeven. 

Wat betreft uw derde vraag – rond samenwerking tussen verschillende instellingen: dat gebeurt ook wel degelijk. Ik kan in de eerste plaats antwoorden voor het Stedelijk Onderwijs: het CVO deelt bijvoorbeeld lokalen met “reguliere” scholen.

Vanuit flankerend onderwijsbeleid wordt dit ook aangemoedigd, bijvoorbeeld binnen de Matchmakers actienetwerken van het Onderwijscentrum. Daarbij worden scholen en bedrijven samengebracht rond specifieke opleidingsdomeinen, met het oog op het versterken van samenwerking. Dat kan verschillende vormen aannemen, waarvan het delen van opleidingsinfrastructuur er één is. Zoals u hoort, collega Baert, gebeurt er dus heel wat om een goede afstemming tussen onderwijs en arbeidsmarkt te faciliteren en er zo voor te zorgen dat scholen en het werkveld elkaar goed vinden.


Signalisatie beperkte toegankelijkheid parking Zuid

27/05/2025 – Schriftelijke vraag gericht aan Joris Vandenbroucke

De vraag →

Toen ik enige maanden geleden naar een voorstelling in de Minardschouwburg ging en ik met de auto geparkeerd stond op -4 in de ondergrondse parking aan de Zuid, botste ik op volgend probleem:

Ik geraakte niet veilig uit de parking met de rolstoel. In deze parking zijn nochtans in totaal vier liften. Dat lijkt genoeg maar een van de liften is reeds lange tijd defect. De tweede komt uit in het Urbiscomplex maar deze kan slechts tot 20u gebruikt worden op weekdagen en zaterdag. De derde lift komt uit voor het stadskantoor maar deze kan enkel gebruikt worden door wie op -1 of -2 staat. De vierde lift komt ook uit aan het stadskantoor (kant Franklin Rooseveltlaan), maar gaat ook enkel tot -1 en -2 en kan enkel door het personeel van het Stadskantoor gebruikt worden.

De parkeerwachter was weliswaar erg vriendelijk. Hij hield eigenhandig alle wagens langs de ingang aan de Rooseveltlaan tegen zodat ik naar boven kon langs de ingang voor auto’s. Deze situatie was noch veilig voor de parkeerwachter, noch voor mezelf en bovendien was het niet zo eenvoudig om de parkeerwachter te bereiken als je geparkeerd staat op -4. 

  • Kan de schepen in dialoog gaan met Interparking zodat er, in afwachting van een structurele oplossing, duidelijke signalisatie kan komen dat -3 en -4 niet toegankelijk zijn voor personen met beperkte mobiliteit buiten de openingsuren van het Urbiscomplex?
Het antwoord →

Interparking is verantwoordelijk voor de exploitatie van deze parking. Zij zullen maatregelen treffen om steeds beschikbare liften te voorzien. We hebben inmiddels ook gevraagd om extra signalisatie te plaatsen. 


schaakspel te leen in het Van Eyckzwembad

27/05/2025 – Schriftelijke vraag gericht aan Bram Van Braeckevelt

De vraag →

Met zijn rijke geschiedenis is schaken niet alleen één van de oudste, maar ook het populairste spel aller tijden. Zelfs vandaag blijft het wereldwijd het meest gespeelde bordspel. Het is dan ook een waardevol cultureel erfgoed dat nog steeds fascineert.

Tijdens de Erfgoeddag kon je in Gent op verschillende plaatsen eens proeven van het schaakspel.

In het Coyendanspark staan een aantal permanente schaaktafels doch de schaakstukken zijn niet aanwezig.

  • Kan de schepen overwegen om in het nabijgelegen Van Eyckzwembad een schaakspel ter beschikking te stellen, dat kan ontleend worden (op vertoon van de ID-kaart) door bezoekers van het Coyendanspark, die willen schaken maar zelf geen schaakspel mee hebben ?
Het antwoord →

Bedankt voor je fijne idee.

Het sluit aan bij het projectdossier van de Gentse startup Cubby, dat in samenwerking met oa sportdienst, Artevelde Hogeschool en sportaround, in opmaak is voor indiening bij en subsidiëring door Vlaanderen circulair.

Bij goedkeuring zullen aantal proefopstellingen van hun modulaire lockersysteem UrbanCubby op een aantal sportvelden en parken een jaar worden uitgetest. Je kan dan in de lockers sportmateriaal ontlenen (een basketbal, een frisbee en dus ook een schaakspel).

We willen bij voorkeur deze piste uitrollen aangezien het toewijzen aan de exploitatie van het zwembad ons administratief, maar vooral ook naar openingsuren en bezetting kassa, minder aangewezen dan de piste van Urban Cubby.


Bevriezing federale subsidies OCMW

26/05/2025 – Mondelinge vraag gericht aan Astrid De Bruycker

De vraag →

Afgelopen maand vond tijdens de WWOPP een presentatie plaats over ons Gentse armoedebeleid. Toevallig verscheen er diezelfde dag het nieuws dat minister Van Bossuyt 35 miljoen euro aan subsidies voor de OCMW’s bevriest. De subsidies werden gebruikt om het tekort aan middelen voor een menswaardig bestaan voor OCMW-cliënten op te vangen. De berekening van de tekorten verloopt via de REMI-tool, een instrument ontwikkeld aan de Thomas Moore Hogeschool om te berekenen hoeveel middelen mensen nodig hebben om rond te komen. Vaker wel dan niet gaf dat hulpmiddel vervolgens aan dat OCMW-cliënten onvoldoende geld kregen. Tegelijk staat het OCMW voor een bijkomende uitdaging: vanaf januari 2026 verliezen langdurig werklozen hun uitkering, waardoor de druk op het OCMW onvermijdelijk zal toenemen. De OCMW’s zullen dus veel meer moeten doen met minder middelen.

Er zijn op de WWOPP een aantal vragen gesteld door raadsleden die net zoals ik ongerust zijn. De situatie was op dat moment nog zeer recent. Ik stel dan ook graag volgende opvolgvraag:

  • Ik vernam dat u hebt samengezeten met minister Van Bossuyt om de situatie verder op te volgen, kan u toelichten hoe dit gesprek verliep en wat de eerste resultaten van dit gesprek waren?
Het antwoord →

Toegankelijkheid parking Zuid via het Stadskantoor

20/05/2025 – Schriftelijke vraag gericht aan Hafsa El-Bazioui

De vraag →

Toen ik enige maanden geleden naar een voorstelling in de Minardschouwburg ging en ik met de auto geparkeerd stond op -4 in de ondergrondse parking aan de Zuid, botste ik op volgend probleem:

Ik geraakte niet veilig uit de parking met de rolstoel. In deze parking zijn nochtans in totaal vier liften. Dat lijkt genoeg maar een van de liften is reeds lange tijd defect. De tweede komt uit in het Urbiscomplex maar deze kan slechts tot 20u gebruikt worden op weekdagen en zaterdag. De derde lift komt uit voor het stadskantoor maar deze kan enkel gebruikt worden door wie op -1 of -2 staat. De vierde lift komt ook uit aan het stadskantoor (kant Franklin Rooseveltlaan), gaat ook tot -1 en -2 maar kan enkel door het personeel van het Stadskantoor gebruikt worden.

De parkeerwachter was weliswaar erg vriendelijk. Hij hield eigenhandig alle wagens langs de ingang aan de Rooseveltlaan tegen zodat ik naar boven kon langs de ingang voor auto’s. Deze situatie was noch veilig voor de parkeerwachter, noch voor mezelf en bovendien was het niet zo eenvoudig om de parkeerwachter te bereiken als je geparkeerd staat op -4. Buiten de openingsuren van het shoppingcenter, is de lift aan het stadskantoor dus nog de enige toegang tot de parking voor minder mobiele mensen en dit enkel op -1 en -2. Dat kan een probleem zijn als ook die stuk is en wanneer het shoppingscenter zal sluiten voor verbouwingen, zal er veel druk komen te staan op deze ene lift.

  • Zou het een optie kunnen zijn om de personeelslift van het stadskantoor (kant Rooseveltlaan) aan te passen, zodat deze ook gebruikt kan worden door bezoekers van de parking? Zo is er een back-up mocht de andere lift aan het stadskantoor defect zijn en zal de druk er gemilderd worden wanneer het shoppingscenter sluit.
Het antwoord →

Bedankt voor uw vraag en voor het signaleren van de problematische situatie waarmee u geconfronteerd werd in de ondergrondse parking aan de Zuid. 

De ondergrondse parkeergarage aan de Zuid is in beheer van Interparking. 

Uw voorstel om de personeelslift aan de kant van de Franklin Rooseveltlaan opnieuw publiek toegankelijk te maken voor de niveaus -1 en -2 is begrijpelijk en wordt intern bekeken. We willen er wel op wijzen dat dit een zeker veiligheidsrisico inhoudt: er kunnen namelijk mensen die er niet thuishoren ‘meeliften’ naar de kantoren. Net om die reden werden de personeelsliften afgesloten voor publiek gebruik, zodra de lift aan het voorplein opnieuw voldoende bedrijfszeker bleek. De lift op het voorplein is in principe 24/7 beschikbaar; en Interparking heeft ook de gegevens om de liftmaatschappij op te bellen bij pannes.  

Tegelijk engageren wij ons om in overleg te treden met Interparking om deze problematiek structureel aan te kaarten, met het oog op duurzame oplossingen voor de bereikbaarheid en veiligheid van mindermobiele bezoekers. 

In dat kader werd ook recent beslist om de lift aan de kant van Urbis die toegang geeft tot -3 en -4, toegankelijk te maken. De noodzakelijke herstellingen zijn inmiddels besteld zodat mindermobiele bezoekers zeker niet de helling voor autoverkeer moeten gebruiken. 

We houden u graag op de hoogte van verdere stappen die hieruit voortvloeien. 


Terrein tussen Rerum Novarumplein

16/05/2025 – Schriftelijkee vraag gericht aan Bram Van Braeckevelt

De vraag →

Met ‘Nieuw Gent Vernieuwt’ bouwen we aan een betere buurt waar het aangenaam is om te wonen en te leven. 

Onlangs bracht ik een bezoek aan het gebied rond het Rerum Novarumplein. 

Een deel van Nieuw Gent is één groot werf. Er werden diepe putten gegraven, maar deze zijn niet afgebakend en zorgen voor gevaarlijke situaties. Zeker ’s nachts want de paden zijn niet verlicht waardoor de putten nog een groter gevaar vormen. In de buurt wonen heel wat kinderen en ouderen. 

De matten die voor sommige greppels gebruikt worden, zijn te flexibel, waardoor je er doorzakt als je er met een rolstoel/scooter over rijdt. (zie foto) 

Enkele ingangen van de appartementen zijn slordig afgewerkt, er blijft een aanzienlijk hoogteverschil waardoor het moeilijk wordt de woningen te betreden.  

  • Kan er bekeken worden of er voor een veiligere omgeving kan gezorgd worden tijdens de werken ?
  • Wie controleert de aannemer of hij dat ook daadwerkelijk doet ?
  • Worden de hellende vlakken aan de appartementen verder afgewerkt ? Tegen welke termijn ? 
  • Worden de hellende vlakken state of the art afgewerkt ? 
Het antwoord →

De zone waarnaar verwezen wordt, maakt momenteel deel uit van een afgesloten werfzone voor de heraanleg van het wijkpark Nieuw Gent. Hier is in principe geen toegang mogelijk door bewoners of gebruikers van het park, enkel voor personen die de bevoegdheid hebben om de werf te betreden. De afgedekte sleuven liggen binnen de werfzone en dienen enkel ter beveiliging van de werknemers binnen de werfzone. 

Tijdelijke aansluitingen van paden buiten de werfzone worden steeds voorzien in minder-hinder steenslag die circulatie mogelijk maakt.

Het opvolgen van de werfafsluiting en de werfcirculatie gebeurt wekelijks door de leidend ambtenaar van de Groendienst.

De hellende vlakken zijn een tijdelijke aanleg, uitgevoerd door Thuispunt Gent na afwerking van hun gebouw. Deze zullen samen met het parkpad definitief aangelegd worden door de aannemer die de herinrichting van het wijkpark uitvoert. Volgens de huidige werfplanning is dit voorzien tegen het bouwverlof (midden juli 2025). De definitieve hellingen zullen minder steil uitgevoerd worden, het nieuwe parkpad zal immers hoger liggen dan het huidige pad.  De aansluiting van de nieuwe hellingen zal op –2 cm van de vloerpas uitgevoerd worden wat beantwoordt aan de state of the art.


Foutparkeren op plekken die voorzien zijn voor personen met een beperking

15/05/2025 – Schriftelijke vraag gericht aan Mathias De Clercq

De vraag →

Voor mensen met een beperking is het zeker niet altijd gemakkelijk zich te verplaatsen in een drukke stad met drempels, hobbels en putten. Om de bereikbaarheid te vergroten worden er parkeerplekken voor personen met een beperking voorzien in het centrum en nabij van verschillende diensten en gebouwen. In sommige gevallen, worden er ook plekken voor woningen voorbehouden. Het gebeurt echter regelmatig dat parkeerplekken voor personen met een beperking worden ingenomen door mensen zonder parkeerkaart. De plekken zijn nochtans te herkennen aan de hand van verkeersbord E9 met het ITS (internationaal toegankelijkheidssymbool), eventueel aangevuld met het ITS aangebracht op het grondoppervlak.

  • Hoeveel boetes zijn er uitgeschreven voor het foutparkeren op plekken die voorzien zijn voor personen met een beperking (graag een overzicht per maand van de afgelopen 3 jaar)? Gebeurt dit vaak op dezelfde plekken?
  • Kan er op plekken waar er frequent foutgeparkeerd wordt extra aanduiding komen dat die plek gereserveerd is voor personen met een beperking? Bijvoorbeeld door het aanbrengen van het ITS op, of het blauw schilderen van, het parkeeroppervlak?
Het antwoord →

Geachte mevrouw Baert

Onderstaand vindt u het overzicht van de door de politiezone Gent vastgestelde parkeerinbreuken.

Jaar2022
FeitFeit – Code (QLF)JanFebMrtAprMeiJunJulAugSepOktNovDecTotaal
Categorie 182181000002000003
Categorie 28472014422193046550
Categorie 3L8305042414637361351735524640577
Categorie 4L81922233270166337
Totaal5345475342401632036625848667
Jaar2023
FeitFeit – Code (QLF)JanFebMrtAprMeiJunJulAugSepOktNovDecTotaal
Categorie 182180001000000001
Categorie 284724459124232753280
Categorie 3L8304632623362581103243585734627
Categorie 4L819260453385125457
Totaal5242674779651364255756540765
Jaar2024
FeitFeit – Code (QLF)JanFebMrtAprMeiJunJulAugSepOktNovDecTotaal
Categorie 182181002001000004
Categorie 2847271122107215050878
Categorie 3L8305475402942401162827305038569
Categorie 4L81932122051422529
Totaal6588433554471433431375251680
Jaar2025*
FeitFeit – Code (QLF)JanFebMrtAprMeiJunJulAugSepOktNovDecTotaal
Categorie 182180002000000002
Categorie 2847276641000000024
Categorie 3L83057433558110000000204
Categorie 4L81933520000000013
Totaal67524666120000000243

Omschrijving inbreuken:

* categorie 1: Art. 27bis. De parkeerplaatsen gesignaleerd zoals voorzien in artikel 70.2.1.3° c) zijn voorbehouden voor voertuigen die gebruikt worden door de personen met een handicap die houder zijn van de speciale kaart bedoeld in artikel 27.4.3. of van het door artikel 27.4.1. hiermee gelijkgestelde document. Die kaart of dit document moet aangebracht worden op de binnenkant van de voorruit of, indien er geen voorruit is, op het voorste gedeelte van het op die plaatsen geparkeerde voertuig.

* categorie 2: De overtreding op de hierna vermelde bepalingen wordt beschouwd als overtreding van 2de graad krachtens artikel 2.a).21° van KB 30-09-2005 :Art.  25.1.14°.   Het is verboden een voertuig te parkeren op de parkeerplaatsen gesignaleerd zoals voorzien in artikel 70.2.1.3°.c) behalve voor de voertuigen gebruikt door personen met een handicap die in het bezit zijn van een speciale kaart zoals bedoeld in artikel 27.4.1 of 27.4.3.

* categorie 3: Het is verboden een voertuig te parkeren op de parkeerplaatsen gesignaleerd zoals voorzien in artikel 70.2.1.3°c van het KB van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg behalve voor de voertuigen gebruikt door personen met een handicap die in het bezit zijn van een speciale kaart zoals bedoeld in artikel 27.4.1 of 27.4.3 van het KB van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg.

* categorie 4: Het niet hebben aangebracht van de speciale kaart, bedoeld in artikel 27.4.3 van het KB van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg of het door artikel 27.4.1 van hetzelfde besluit hiermee gelijkgesteld document, op de binnenkant van de voorruit of als er geen voorruit is, op het voorste gedeelte van het op een voorbehouden parkeerplaats voor persoon met een handicap geparkeerde voertuig.

Vanaf 2024 controleren ook GAS ambtenaren van het Mobiliteitsbedrijf op parkeerplaatsen voor personen met een handicap. Tot dan gebeurde deze controle enkel door de politie.Sinds 01/01/2024 werden 664 GAS boetes door de GAS-ambtenaren van het Mobiliteitsbedrijf uitgeschreven. 

Op 9 locaties zijn meer dan 10 GAS boetes uitgeschreven, het foutparkeren is frequenter in de volgende straten:

Het Mobiliteitsbedrijf stelt dat extra signalisatie geen invloed zal hebben op het (bewust) foutparkeren. Mensen die bewust foutparkeren zullen dat blijven doen. Daarnaast is de impact van extra signalisatie vaak beperkt. Er wordt ingezet op gerichter controleren op de gekende foutparkeerplaatsen.


Nieuwe basketbalringen

13/05/2025 – Schriftelijke vraag gericht aan Bram Van Braeckevelt

De vraag →

De laatste weken en nog steeds kunnen we genieten van een heerlijk lenteweertje. 

Er wordt door vele jongeren gelukkig nog buiten gespeeld. 

In verschillende Gentse parken werden nieuwe basketbalringen gehangen. Echter hangen deze volgens de regels van het basketbal te laag.

  • Kunnen de vorige ringen terug gehangen worden? 
Het antwoord →

Er zijn heel wat basketbalterreintjes in Gent. Sommigen worden beheerd door de Sportdienst, andere door de Groendienst. Op sommige terreinen hangen de basketringen op de officiële hoogtes, andere basketbalterreinen zijn eerder recreatief van aard of worden gecombineerd met een voetbalpleintje. Op die terreinen hangen de ringen soms op een lagere hoogte om ook kleinere kinderen toe te laten mee te kunnen spelen. De Sportdienst heeft in 2024 de ringen vernieuwd op volgende locaties: Gebroeders De Smetstraat (Rabot) en Europalaan (Watersportbaan-Ekkergem). De Groendienst heeft recent de ringen aan het Rabot (JOC Minus One) vernieuwd. Deze hangen op de officiële hoogte.


Zwemmen in de Blaarmeersen voor personen met een handicap

13/05/2025 – Schriftelijke vraag gericht aan Bram Van Braeckevelt

De vraag →

In de Blaarmeersen is er op het strand al een strook aangelegd om met je rolstoel tot net aan het water te geraken.

Echter kan je niet zelfstandig in het water gaan. Met Seatrac kunnen zwemmers met een handicap in de zee of in open water.

Het is een speciale stoel die op een rails langs de kustlijn beweegt, waardoor mensen met een handicap zelfstandig in zee kunnen.

  • Kent de schepen dergelijk systeem ?
  • Is de schepen bereid om dit systeem te voorzien in de Blaarmeersen ?
Het antwoord →

Het Seatrac systeem is gekend. Immers, in de klankbordgroep rond Toegankelijkheid zit een frequent bezoeker van de strand- en zwemzone Blaarmeersen die rolstoelgebruiker is.

Dit maakt dat we ook via die weg heel wat relevante suggesties krijgen. Zowel rond onderhoudsnoden om de toegankelijkheid van bestaande infrastructuur te garanderen, als nieuwe voorstellen.  Immers, de afgelopen jaren werd wel reeds geïnvesteerd in 3 paden voor mindervaliden. Deze paden lopen niet tot diep in het water waardoor het voor sommigen nog steeds niet evident is om helemaal zelfstandig te gaan zwemmen, doch deze 3 paden lopen van het strand tot een stukje in het water waardoor we een groot percentage van de mindervaliden bereiken om gemakkelijker in het water te gaan.

Als Schepen van toegankelijkheid, zou ik uiteraard maximaal willen investeren in maximale toegankelijkheid.

Echter, ondanks alle ambities die ik als schepen heb, en bij uitbreiding het hele college, ben ik echter verplicht om te blijven verwijzen naar de zware budgettaire oefening die maakt dat het in deze fase niet verstandig is om gelijk wat te bekrachtigen of te voorspellen zonder concreet vastgelegd budget. Eens we een meerjarenbegroting hebben, kan ook de concrete planning voor de volgende jaren opgemaakt.

Afhankelijk daarvan, zullen we kunnen bekijken welke suggesties rond bijkomende toegankelijkheid in Blaarmeersen, en bij uitbreiding de noden in alle stedelijke infrastructuur, effectief kunnen gerealiseerd worden.


Woonvormen voor ouderen

09/05/2025 – Mondelinge vraag gericht aan Filip Watteeuw

De vraag →

Uit het antwoord op de vraag van collega De Smet bleek dat Gent tegen 2040 tot 6.000 extra woningen in de buitenwijken en deelgemeenten wil, vooral voor oudere inwoners. Zij wonen nu in grote woningen in verkavelingen, de stad wil ze stimuleren om te verhuizen naar compactere woningen in de buurt. Zo komen er gezinswoningen vrij en kunnen de grote percelen beter benut worden.

  • Welke rol ziet u voor alternatieve woonvormen zoals cohousing, kangoeroewonen of mantelzorgwoningen in het oplossen van de woonnood in Gent? Is er binnen het Gentse woonbeleid ruimte voorzien voor het experimenteren met collectieve of intergenerationele woonprojecten, specifiek voor ouderen die in hun buurt willen blijven wonen?
  • Zal de verhuisbeweging begeleid worden? Hoe denkt u ouderen te motiveren om hun woning te verlaten als slechts 15% nu bereid is tot een verhuis? Worden ouderen actief betrokken in dat beleid? Wordt er overwogen om ouderen die verhuizen binnen hun buurt naar een kleinere woning te ondersteunen? Zo ja, hoe? 
  • Ziet u mogelijkheden om in de nieuwe woonontwikkeling ook zorgcomponenten te integreren, zoals assistentiewoningen, buurtzorgcentra of gemeenschappelijke zorgdiensten? Hoe wordt er toegezien dat de appartementen kwalitatief aangepast zullen zijn?
  • Hoe gaat de stad Gent in op de vraag naar kleinschalige, warme en geïntegreerde woon-zorgvormen zoals die o.a. door de Vlaamse Ouderenraad naar voren worden geschoven?
Het antwoord →

Label Toegankelijk Gebouw voor Gentse stadsgebouwen

08/05/2025 – Mondelinge vraag gericht aan Hafsa El-Bazioui

De vraag →

Het label Toegankelijk Gebouw is een kwaliteitslabel van de Inter, het expertisecentrum voor toegankelijkheid van de Vlaamse overheid. Als je het hebt, weten je bezoekers en medewerkers meteen hoe toegankelijk het gebouw is. Je kunt het label behalen voor gebouwen zoals een kantoorgebouw, administratief centrum, gemeentehuis of de gemeenschappelijke delen bij grote gebouwencomplexen of handelszaken. Het label is 5 jaar geldig. Ook zonder bouwplannen is het label de moeite. Bij een bestaand gebouw krijg je advies over wat er nodig is om het label te halen. Er zijn drie verschillende niveaus van toegankelijkheid: A++, A+ en A. Om het label te behalen, kan je je volledig laten begeleiden. In het bestuursakkoord staat dat we streven naar het integraal toegankelijk maken van minstens 100 stadsgebouwen. Advies van het expertisecentrum in het kader van het behalen van bovengenoemde labels, zou hier een interessante tool voor kunnen zijn.

  1. Heeft de Stad al een aanvraag gedaan om een label te krijgen voor bepaalde gebouwen? Zo ja, waarom heeft nog geen enkel Gents stadsgebouw momenteel een A of A+ label?
  2. Wat zijn de grootste drempels die u ziet?
  3. Zal er gebruik gemaakt worden van het Toegankelijk Gebouw label bij het integraal toegankelijk maken van de stadsgebouwen? Indien wel, wat is de ambitie van de stad Gent voor het aantal gebouwen met een Toegankelijk Gebouw-label tegen 2030? 
Het antwoord →

In afwachting


Evacuaties uit Gentse stadsgebouwen voor personen met een beperking

08/05/2025 – Mondelinge vraag gericht aan Hafsa El-Bazioui

De vraag →

In tegenstelling tot de Angelsaksische voorschriften, biedt de Belgische wetgeving betreffende brandveiligheid maar weinig praktische richtlijnen voor het evacueren van personen met beperkingen. Er ontbreekt bijvoorbeeld een duidelijke specificatie voor het implementeren van effectieve signalisatie voor mensen met beperkte mobiliteit. Toch is het mogelijk om te voorzien in de behoeften van personen met beperkingen in overeenstemming met de unieke omstandigheden van elk gebouw.

Voor mensen die (tijdelijk) minder mobiel zijn en moeilijk de trap kunnen gebruiken zijn, kunnen er in een gebouw locaties voorzien worden waar je als minder mobiele persoon tijdens een evacuatie kunt wachten op hulp.

Voor personen die slechthorende zijn, kan het brandalarm duidelijk gemaakt worden door middel van lichtsignalen of zwaailichten.

  • Worden er in de stadsgebouwen evacuatieoefeningen georganiseerd waarbij ook de evacuatie van mensen met beperkingen getest wordt?
  • Welke stappen worden ondernomen bij het uitwerken van evacuatieplannen voor personen met een beperking uit stadsgebouwen? Kan hierbij meer aandacht geschonken worden aan signalisatie? Ziet u hier andere opties voor verbeteringen?
  • Zijn er plannen om bestaande stadsgebouwen aan te passen zodat ze beter beantwoorden aan noodsituaties voor mensen met beperkingen?
Het antwoord →

Waterkraantjes aan speel- en sportveldjes

07/05/2025 – Schriftelijke vraag gericht aan Bram Van Braeckevelt

De vraag →

De zomer staat voor de deur en we hebben al enkele warme dagen achter de rug. Op zulke warme dagen trekken heel wat Gentenaars waaronder kinderen en jongeren naar parken om onder andere gebruik te maken van de sportveldjes en speeltuigen.

Tijdens het sporten en spelen is het natuurlijk erg belangrijk om voldoende water te drinken. Op sommige locaties, zoals de Rozenbroeken en de Watersportbaan, zijn er drinkwaterkraantjes voorzien door Farys. Ik krijg echter signalen dat deze niet overal werken, bijvoorbeeld deze aan de Rozebroeken. Op andere plekken kan je je waterfles bijvullen in buurthuizen of open huizen. Daarvoor moet je echter het park of speelveld verlaten, wat niet altijd even praktisch is als je er een hele namiddag speelt en je amuseert.

  • Is de schepen bereid na te gaan of er extra drinkwaterkraantjes geplaatst kunnen worden, in het bijzonder in parken bij speel- en sportveldjes zodat water steeds beschikbaar en nabij is op warme dagen? Indien dit niet kan, kan er gekeken worden of er signalisatie geplaatst kan worden naar buurthuizen en open huizen in de buurt zodat men weet waar er water te halen is?
  • Kan er bij het plaatsen van deze drinkkraantjes rekening gehouden worden met toegankelijkheid zoals bij de drinkwaterpalen?
  • Kan er bekeken worden of het waterkraantje in de Rozebroeken hersteld of gereactiveerd kan worden?
Het antwoord →

Er zijn reeds al heel wat drinkwaterkraantjes in parken en bij speel- en sportveldjes. 

Voor installatie en onderhoud zijn verschillende stadsdiensten betrokken, o.a. Groendienst, Sportdienst, Dienst Milieu en Klimaat.

Ook vanuit departement FM (bevoegdheid Schepen El-Bazioui) worden bijkomende waterpunten bv. aan stadskantoor voorzien zoals ook in de pers werd gecommuniceerd.

Via de website van de Stad Gent informeren we reeds waar onder andere drinkwaterplekken te vinden zijn, maar ook schaduwplekken en afkoelplekken

Drinkwater- en afkoelplekken in Gent | Stad Gent

Voor wat betreft sportinfrastructuur kan ik u meegeven dat Farys in en aan onze sporthallen, zwembaden en buitenterreinen de voorbije jaren investeringen werden gedaan om ook daar drinkwaterpunten (kraantjes of fonteintjes) te voorzien. 

We lijsten ze even voor u op:

Victor Braekmanlaan 180Sint-AmandsbergPark Rozebroeken7/7 – 24/24
WatersportlaanGent 7/7 – 24/24
ZuiderlaanGent 7/7 – 24/24
ZuiderlaanGentSkatepark7/7 – 24/24
Campinglaan 13GentTennishalvolgens openingsuren accommodatie
Strandlaan 24GentSanitair 1 bij strandgebouw7/7 – 24/24
Strandlaan 24GentSanitair 2 bij strandgebouw7/7 – 24/24
Driepikkelstraat 30MariakerkeSporthal Bourgoyenvolgens openingsuren accommodatie
Driebeekstraat 22GentbruggeSporthal Driebeekvolgens openingsuren accommodatie
Veermanplein 1GentZwembad Van Eyckvolgens openingsuren accommodatie
Galvestonstraat 37GentKleedkamers 1volgens openingsuren accommodatie
Galvestonstraat 37GentKleedkamers 2volgens openingsuren accommodatie
Boer Jansensstraat 19GentbruggeScoorderstorenvolgens openingsuren accommodatie
Ter Linden 29ZwijnaardeSporthal Hekersvolgens openingsuren accommodatie
Hogeweg 135Sint-AmandsbergSanitair damesvolgens openingsuren accommodatie
Keiskantstraat 3DrongenSporthal Keiskantvolgens openingsuren accommodatie
Bellevue 30LedebergBuurtsporthal Ledebergvolgens openingsuren accommodatie
Kompaslein 2GentBuurtsporthal Melopeevolgens openingsuren accommodatie
Botestraat 98WondelgemSporthal Neptunusvolgens openingsuren accommodatie
Peerstraat 1GentZwembad Rooigemvolgens openingsuren accommodatie
Stropstraat 31GentZwembad Stropvolgens openingsuren accommodatie
Tolhuislaan 77GentSportarena Tolhuisvolgens openingsuren accommodatie
Tondelierlaan 6GentBuurtsporthal Tondeliervolgens openingsuren accommodatie
Wolfputstraat 92OostakkerSporthal Wolfputvolgens openingsuren accommodatie 

Bij het aanbrengen van drinkwatertappunten wordt steeds rekening gehouden met de randvoorwaarden van de aanwezigheid van een aan-en afvoer. Er zijn een aantal drinkwatertappunten (bv in Blaarmeersen) die aan de buitenzijde van het gebouw zijn geïnstalleerd en dus 24/24 bereikbaar. Aangezien de watertapkraantjes ook bedoeld zijn voor de sporters die in de accommodatie het beste van zichzelf geven, we rekeninng moeten houden met de kostprijs van installatie en onderhoud, toegankelijkheid, vorstbestendig als vandalisme-gevoeligheid, zijn heel wat watertappunten binnen geïnstalleerd. Niet 24/24 bereikbaar, maar wel binnen de ruime openingsuren van de sporthal.

Wat betreft uw specifieke vraag rond toegankelijkheid: Alle drinkwaterfonteintjes werden op eenzelfde hoogte geplaatst. De bedieningsknop situeert zich op een hoogte van 1,2m de vloer is en dus ook toegankelijk voor rolstoelgebruikers .  

Wat betreft het specifieke waterpunt in het park Rozebroeken. Daar is inderdaad een drinkwaterkraantje aanwezig zodat een drinkfles gevuld kan worden. Dit is helaas een voorbeeld van een tappunt dat heel regelmatig wordt gevandaliseerd en het nodige telkens wordt gedaan om te herstellen. In principe zou het waterkraantje in de Rozebroeken terug actief moeten zijn.

Uiteraard zou de installatie van meer waterkraantjes een plus zijn bij sport- en spelinfrastructuur in onze Stad. Zoals u echter weet, staan we budgettair voor een zware oefening die maakt dat het  in deze fase niet verstandig is om gelijk wat te bekrachtigen of te voorspellen zonder concreet vastgelegd budget. Eens we een meerjarenbegroting hebben, kan ook de concrete planning voor de volgende jaren opgemaakt.


Opleiding hulpdiensten in onze stad over de evacuatie van mensen met een beperking in noodsituaties

06/05/2025 – Schriftelijke vraag gericht aan Mathias De Clercq

De vraag →

In tegenstelling tot de Angelsaksische voorschriften, biedt de Belgische wetgeving betreffende brandveiligheid maar weinig praktische richtlijnen voor het evacueren van personen met beperkingen. Er ontbreekt bijvoorbeeld een duidelijke specificatie voor het implementeren van effectieve signalisatie voor mensen met beperkte mobiliteit.

Het is namelijk ook belangrijk om, naast toegankelijkheid, ook in te zetten op “uitgankelijkheid” in noodsituaties. De mogelijkheid bestaat om te voorzien in de behoeften van personen met beperkingen in overeenstemming met de unieke omstandigheden van elk gebouw. 

  • Zijn onze Gentse hulpdiensten specifiek opgeleid om mensen met een beperking te evacueren in noodsituaties?
Het antwoord →

Geachte mevrouw Baert

Bij interventies is er steeds een goede samenwerking tussen de verschillende hulpdiensten, waarbij voor dergelijke specifieke noodsituaties beroep wordt gedaan op de brandweer. Ons brandweerpersoneel beschikt over verschillende technieken en materialen om personen te evacueren bij noodsituaties. De aanpak van de evacuatie hangt natuurlijk steeds af van de specifieke noodsituatie, hoeveel tijd er is maar natuurlijk ook de specificiteit van het slachtoffer.

Personen kunnen liggend geëvacueerd worden met een draagberrie. Dit kan eventueel ook door het raam met behulp van de ladderwagen. Er is ook een evacuatiestoel om mensen zittend te evacueren. Indien nodig kan het RED-team met touwopstellingen personen ook evacueren vanop moeilijk toegankelijke plaatsen.

Er wordt vanuit de hulpdiensten al het mogelijke gedaan om de persoon in kwestie maar ook het benodigde materiaal te evacueren indien nodig. Zo geeft de brandweer mee dat ze in een welbepaald geval de persoon eerst zittend hebben geëvacueerd en achteraf de heel gespecialiseerde geautomatiseerde rolstoel vanop het balkon door middel van een kraan op de materiaalwagen naar beneden hebben gehesen.

Uiteraard zijn onze mensen opgeleid om deze technieken correct toe te passen en de evacuatiematerialen correct en veilig te gebruiken.

Mathias De Clercq

Burgemeester


Rolstoeltoegankelijke studentenkoten op de kotenzoeker van de stad

06/05/2025 – Mondelinge vraag gericht aan Filip Watteeuw

De vraag →

Naarmate het aantal studenten in Gent blijft stijgen, groeit ook de nood aan voldoende, betaalbare én toegankelijke studentenhuisvesting. Via de kotenzoeker van de stad kunnen studenten makkelijker opzoek gaan naar een kot. Zo kunnen studenten op de website onder andere filteren op het criterium “rolstoeltoegankelijk”. Dat is een belangrijke stap richting inclusieve huisvesting. In de praktijk blijkt echter dat deze aanduiding niet altijd overeenkomt met wat zichtbaar is op de bijhorende foto’s. Graag had ik hier volgende vragen over gesteld:

  • Op basis van welke factoren kan een verhuurder stellen dat zijn kot rolstoeltoegankelijk is?
  • Vindt er een controle plaats van de koten die opgegeven worden als rolstoeltoegankelijk?
Het antwoord →

1. Op basis van welke factoren kan een verhuurder stellen dat zijn kot rolstoeltoegankelijk is?

De definitie van rolstoeltoegankelijk werd (nog) niet gespecifieerd op de kotenzoeker. De betrokken diensten zijn volop bezig met het op punt zetten van de GOLLD principes en de criteria voor rolstoeltoegankelijkheid. Daarop volgt de vertaling ervan naar toegankelijke studentenhuisvesting (die moet voldoen aan andere regelgeving). Eens die oefening rond is, kunnen we in de kotenzoeker verduidelijken wat we met rolstoeltoegankelijke studentenhuisvesting bedoelen en hoe de verhuurder dit met de juiste foto’s kan tonen.

(Rolstoel-)toegankelijke studentenhuisvesting kadert in een ruimer traject rond studentenhuisvesting dat in principe eind 2026 afgerond wordt om de richtlijnen te implementeren in de tweede helft van deze legislatuur. Scope en ambitie(s) worden tegen eind dit jaar gedefinieerd gevolgd door een bevraging van alle stakeholders (HOI, studenten, projectontwikkelaars).

Op basis hiervan worden richtlijnen rond toegankelijkheid uitgewerkt voor de huidige en de aankomende bouwprojecten voor grootschalige studentenhuisvesting. Richtlijnen die eveneens geïmplementeerd worden in de tweede helft van de huidige legislatuur.

2. Vindt er een controle plaats van de koten die opgegeven worden als rolstoeltoegankelijk?

Koten die via de kotenzoeker geadverteerd worden, worden door Kotatgent niet ter plaatse gecontroleerd. De beschrijving van de koten wordt door de verhuurder opgemaakt.

Als er melding komt dat de beschrijving van een kot opgemaakt door de verhuurder niet klopt, wordt dit onmiddellijk gecontroleerd en desgevallend aangepast.

Kotatgent voert wel een administratieve controle uit op het beschikken over een geldig conformiteitsattest en de stedenbouwkundig vergunde toestand van het pand. Ook wordt de inhoud van de advertentie nagekeken op de correcte weergave van de kosten en de afwezigheid van discriminatie.


Inclusieve studentenhuisvestiging

06/05/2025 – Mondelinge vraag gericht aan Christophe Peeters

De vraag →

Gent is de grootste studentenstad van Vlaanderen en het aantal studenten blijft stijgen met ongeveer 2000 per jaar. De nood aan studentenwoningen volgt dan ook en verschillende grootschalige studentenhuisvestigingen schieten uit de grond. Zo worden binnenkort studentenkoten opgeleverd in de Dampoortstraat en binnen een paar jaar worden er meer dan 200 studentenkoten bijgebouwd aan de Dampoort. 

Toegankelijkheid is een van de hoekstenen van ons Gents bestuursakkoord, ook studentenhuisvestiging maakt hier een deel van uit: bij nieuwe studentenhomes streven we naar een voldoende groot aanbod betaalbare basiskamers en aangepaste kamers voor studenten met een handicap. 

In de praktijk is er nog veel ruimte voor groei. Op websites zoals deze van Upkot, lijkt er geen info te vinden voor studenten met een beperking, Universiteit Gent heeft twee gebouwen met toegankelijke studentenkamers.

Bovendien gaat inclusie verder dan het toegankelijk zijn van een gebouw, het gaat over mee opgenomen worden in de groep. Er moet dus niet enkel nagedacht worden over fysieke drempels maar ook sociale, iets wat mee te sturen is in het ontwerp van studentenwoningen. Daarom zou het mooi zijn mochten studentenkamers voor personen met een beperking verspreid worden, op elke verdieping één en niet samen geclusterd apart ver van de rest zodat inclusie ook op kot een realiteit wordt.

Ik stel dan ook volgende vragen over hoe we Gent als studentenstad en Gent als toegankelijke stad met elkaar verweven:

  • Wordt er in het algemeen rekening gehouden met toegankelijkheid bij het toekennen van stedenbouwkundige vergunningen voor studentenkoten?
  • Indien niet, zal dit in de toekomst een criterium worden waarmee rekening gehouden wordt? 
  • In welke mate en hoe wordt het inclusief inrichten van studentenkoten in een nieuwbouw aangemoedigd door de stad?
Het antwoord →

HandyPark in Gent

06/05/2025 – Mondelinge vraag gericht aan Joris Vandenbroucke

De vraag →

In Kortrijk en in andere steden kunnen houders van een parkeerkaart vanaf maandag 5 mei de app HandyPark gebruiken, een gedigitaliseerde parkeerkaart voor mensen met een beperking. Via de app kunnen ze hun gratis parkeerrecht koppelen via de app aan een nummerplaat, zodat het niet langer nodig is om de fysieke kaart voor te leggen op betalende parkeerplaatsen.

  • Plant de Stad Gent, net als Kortrijk, de invoering van een digitale parkeerkaart via een app zoals HandyPark, zodat mensen met een beperking hun parkeerrechten eenvoudig kunnen koppelen aan hun nummerplaat zonder hun fysieke kaart te moeten tonen?
  • Gezien de oproep van minister Rob Beenders aan steden en gemeenten om zich aan te sluiten bij HandyPark, kan u toelichten of Gent hier vandaag al op heeft ingetekend of dit in de nabije toekomst zal doen?
Het antwoord →

Beste Mevr. Baert, 

Tot op vandaag leggen mensen met een beperking in Gent een fysieke kaart achter de voorruit om recht te hebben op gratis parkeren in onze stad. Dat systeem van kaarten en de manuele handhaving op die kaarten is achterhaald en niet meer van deze tijd. Enerzijds zorgt deze voor praktische rompslomp bij de eigenaar van de kaart, die ze altijd fysiek moet bij hebben, ze kan verliezen of in elke stad moet uitzoeken of ze achter de ruit moet liggen –zoals in Gent -, dan wel digitaal geregistreerd moet worden – zoals in Antwerpen, Genk of Oostende -…  Anderzijds verloopt de handhaving op het gebruik van deze fysieke kaart in Gent niet efficiënt omwille van de vele manuele handelingen die nodig zijn in een voorts volledig gedigitaliseerd proces. Tot slot is het gebruik van fysieke kaarten fraudegevoelig. Ze kunnen verlopen, ongeldig zijn of oneigenlijk gebruikt worden.  

De introductie van de nieuwe app Handy Park lost vele problemen in één keer op. Door het koppelen van de nummerplaat aan de app wordt het centraal handhavingssysteem van de stad Gent geïnformeerd over het gebruik van de specifieke wagen door een persoon met een beperking. Hierdoor zal de scanwagen die betalend parkeren handhaaft, deze wagen als dusdanig herkennen en niet overgaan tot het schrijven van een retributie. Onterechte retributies en bijhorende frustraties  worden hierdoor vermeden. Een manuele controle van de kaart door een parkeerwachter wordt overbodig. 

Ik ben absoluut verheugd te mogen aankondigen dat ook Gent in de loop van de  zomer zal opstarten met de registratie én handhaving van de kaart via de Handy park app. Hierbij zal een overgangsperiode van een half jaar voorzien worden waarbij bestuurders met een kaart en zonder digitaal recht een flyer achter de ruitenwisser vinden. Dit zal personen met een beperking in staat stellen deze ook effectief te gebruiken in onze stad, net zoals in Antwerpen, Oostende, Genk, Brussel, Leuven en Luik. Op korte termijn zullen ook alle 19 Brusselse deelgemeenten, Mechelen en Brugge aansluiten.  

Stad Gent heeft er steeds voor gekozen geen eigen digitaal registratiesysteem in het leven te roepen, maar te streven naar een oplossing op Vlaams en liefst zelf Belgisch niveau. Voor de gebruiker is het niet te verantwoorden dat elke stad of gemeente zijn eigen registratiesysteem zou ontwikkelen en de hij of zij van systeem naar systeem zou moeten hoppen. Omwille van dit noodzakelijke gebruikersgemak heeft onze stad zich steeds als partners opgesteld binnen het project door  onze kennis te delen. Hiervoor werd nauw samengewerkt met heel veel partners, in het bijzonder stad Antwerpen, de VVSG en haar Franstalige tegenhanger, de Vlaamse overheid  en de Directie-generaal Personen met een handicap. 

 De digitalisering van de parkeerkaart voor personen met een handicap is één van de laatste schakels in het volledig digitaliseren van ons parkeren op straat en de handhaving hierop. En het is een stap waar ik behoorlijk trots op ben. Burgers zullen slechts één keer moeten registreren en in alle vrijheid nummerplaten –uiteraard slechts 1 tegelijkertijd- kunnen koppelen in functie van hun verplaatsingen.   De ontwikkeling van dit platform maakt het leven van alle mensen met een beperking die zich verplaatsen in of tussen verschillende Vlaamse steden een stuk makkelijker. In ons streven naar en inclusieve samenleving is dit platform geen detail. De toegankelijkheid van onze stad voor iedereen die ervan wil genieten vergroot hiermee aanzienlijk.


Parkeerplekken voor personen met verminderde mobiliteit Belfortstraat

28/04/2025 – Mondelinge vraag gericht aan Joris Vandenbroucke

De vraag →

Momenteel bevinden er zich in de Belfortstraat, ter hoogte van het stadhuis, vier parkeerplaatsen voor personen met een beperking (PMB). De parkeerplaatsen zijn bereikbaar door de Belfortstraat in te rijden richting het stadhuis. Wie nadien opnieuw wil vertrekken, moet noodgedwongen een U-bocht maken aangezien men niet links af mag richting de Nederpolder en men anders door de knip rijdt. Het maken van een U-bocht zorgt echter voor een onveilige verkeerssituatie met fietsers en bussen die in beide richtingen van de Belfortstraat rijden.

Een mogelijke oplossing is om de parkeerplaatsen voor PMB te wisselen met de taxistandplaatsen aan de overkant. Op die manier zouden de parkeerplaatsen voor personen met verminderde mobiliteit bereikbaar zijn via de Nederpolder/ Hoogpoort en te verlaten via de Belfortstraat, zonder de tegenstroom te hinderen. Voor taxi’s verandert er weinig, aangezien zij gebruik mogen maken van de knip aan het stadhuis.

  • Is de schepen bereid om na te gaan of de vier parkeerplaatsen voor personen met een beperking in de Belfortstraat gewisseld kunnen worden met de taxistandplaatsen aan de overzijde, om de bereikbaarheid te verbeteren?
Het antwoord →

Ik vind het belangrijk dat het autovrij gebied ook voor wie minder mobiel is, goed bereikbaar is. Daarom hebben we aan de grenzen van het autovrij gebied voldoende plaatsen voor minder mobiele personen voorzien, waaronder de plaatsen in de Belfortstraat.  

U heeft gelijk, de inplanting van die parkeerplaatsen is niet optimaal. Met uw eenvoudig voorstel blijven die parkeerplaatsen even bereikbaar én kunnen we inderdaad vermijden dat parkeerders een U-bocht moeten maken wanneer ze de parkeerplaats verlaten. Ik gaf dan ook de opdracht aan het Mobiliteitsbedrijf om de parkeerplaatsen voor minder mobiele personen te verwisselen met deze voor taxi’s aan de overkant van de straat. Voor de taxi’s maakt deze ingreep niets uit en voor personen met een beperking is het een verbetering. Dat is een stap vooruit voor de bereikbaarheid van de binnenstad. Dank voor uw voorstel!  


Toegankelijkheid bushaltes Dendermondsesteenweg

03/04/2025 – Mondelinge vraag gericht aan Joris Vandenbroucke

De vraag →

De Dendermondsesteenweg is een belangrijke invalsweg naar het Gentse stadscentrum. De busverbindingen die zich op de Dendermondsesteenweg bevinden, waarvan bus 11 de belangrijkste is, worden er door heel wat bewoners uit Sint-Amandsberg gebruikt. Er zijn op de Dendermondsesteenweg aan beide zijden van de rijbaan ter hoogte van het Heernisplein, het Banierpark en Nieuwhof in totaal 6 haltes.
Enkel de haltes aan het Banierpark hebben een verhoogd perron (in beide rijrichtingen) maar een minder mobiel persoon blijft afhankelijk van de buschauffeur om toegang te krijgen tot de bus. Volgens Google maps is geen enkele van de 6 haltes (noch in de ene noch in de andere rijrichting) rolstoeltoegankelijk.

Kortom, op een korte afstand van elkaar liggen maar liefst 6 bushaltes langs de Dendermondsesteenweg tussen Dampoort en het Heernisplein, maar de toegankelijkheid laat te wensen over.

  • Wat is precies de toegankelijkheidsstatus van de 6 voornoemde haltes?   
  • Zijn er plannen om de bushaltes integraal toegankelijk te maken? Zo ja, welke en wanneer precies?
Het antwoord →

Beste collega Baert, 

Zoals u terecht aanhaalt, voldoet op vandaag geen enkele van de aangehaalde haltes aan onze toegankelijkheidsnormen. Maar er is beterschap op komst.  

Slechts twee weken geleden, op 3 april, keurde het College op mijn initiatief de aanleg van een integraal toegankelijke bushalte ter hoogte van het Banierpark aan de Dendermondsesteenweg goed. Dit gaat over de bushalte in de richting van het centrum.  

De haltes aan Nieuwhof zijn op vandaag volstrekt ontoegankelijk en het is ook onmogelijk om deze toegankelijk aan te leggen. Daarnaast liggen deze haltes ook op amper 220 meter van de halte aan Dampoort en minder dan 200 meter van de haltes Banierpark. Ik heb daarom de opdracht gegeven om de haltes Nieuwhof samen te voegen met de haltes Banierpark, waarvan ook de halte richting Destelbergen zal vernieuwd en integraal toegankelijk gemaakt worden maar die zit nog in de onderzoeks- en ontwerpfase.    Voor de haltes aan het Heirnisplein is de situatie ingewikkelder, door de aanwezigheid van de verkeerlichten. Enerzijds liggen de haltes best voorbij de verkeerslichten zoals vandaag omdat dit beter is voor de doorstroming voor de bus. Om die integraal toegankelijk te maken, zouden we die moeten uitstulpen wat dan weer een negatief effect heeft op de doorstroming van de qua fileleed reeds fel geplaagde Dendermondsesteenweg. Deze haltes vergen nog verder onderzoek om aan te pakken.


Personeelstekort in de kinderopvang

09/04/2025 – Mondelinge vraag gericht aan Evita Willaert

De vraag →

Vlaams minister van Welzijn Caroline Gennez  maakt geld vrij om 225 plaatsen in de kinderopvang in Gent bij te maken en dat is goed nieuws. De grote uitdaging is echter om voldoende personeel te vinden voor de kinderopvang.

  • Welke concrete stappen onderneemt de stad Gent om het personeelstekort in de kinderopvang aan te pakken?
  • Zijn er plannen om het beroep van kinderbegeleider aantrekkelijker te maken?
  • Welke plannen zijn er om niet-beroepsactieven toe te leiden tot de job van kinderbegeleider?
  • Komt er een wervingscampagne om dit beroep ook bij jongeren bekender en aantrekkelijker te maken?
  • Hoe kunnen we jongeren motiveren om de opleiding kinderverzorg(st)er te volgen?
Het antwoord →

Beste Raadsleden Deene en Baert, 

hartelijk dank voor jullie belangrijke vragen.

Collega Deene, u vraagt of het klopt dat ouders in onze stedelijke kinderdagverblijven soms de vraag krijgen om hun kind vroeger op te halen. En of dat zomaar kan. 

Ik begrijp heel goed waar die bezorgdheid vandaan komt. Het klopt inderdaad dat er in sommige situaties tijdelijk een verminderde dienstverlening is – en dat ouders dan gevraagd wordt om hun kind vroeger op te halen. 

De reden daarvoor is helaas gekend: de sector kampt Vlaanderen-breed met een nijpend personeelstekort. De arbeidsmarkt is enorm krap, er stromen te weinig nieuwe kinderbegeleiders in en vervangingen vinden is moeilijk. Tegelijk vallen medewerkers ook vaker langdurig uit door ziekte. En wanneer mensen maar kort afwezig zijn – minder dan een maand bijvoorbeeld – mogen we ze volgens de regels vaak niet vervangen. 

Dat alles zorgt ervoor dat de kind-begeleiderverhouding op sommige momenten onder druk komt te staan. Die verhouding is niet zomaar een richtlijn, die is opgelegd door Vlaanderen. De Dienst Kinderopvang is dus decretaal verplicht om voldoende personeel aanwezig te hebben per aantal aanwezige kinderen. 

 Als we daar niet aan geraken, moeten we – met pijn in het hart – overschakelen op een alternatieve personeelsplanning. Als dat ook niet volstaat, dan pas stappen we over naar verminderde dienstverlening. Ik geef graag mee dat dit enkel gebeurt wanneer het echt niet anders kan.

Ik weet dat het voor ouders bijzonder moeilijk is als ze op het laatste moment iets moeten regelen. Daarom proberen we dat soort situaties zo veel mogelijk te vermijden. Maar tegelijk wil ik ook benadrukken: onze prioriteit blijft altijd een veilige, warme en kwaliteitsvolle opvang. En dat kan alleen als er voldoende begeleiders zijn.

De dienst kinderopvang probeert de last ook eerlijk te verdelen. Zo wordt erop toegezien dat niet telkens dezelfde ouders getroffen worden. Respijtdagen worden niet meegerekend, en waar mogelijk bieden we noodoplossingen aan. 

De Dienst Kinderopvang heeft trouwens al een heel aantal acties opgestart om het personeelstekort aan te pakken – daar kom ik straks graag nog even op terug, gezien jullie vragen. Maar zolang de sector kampt met structurele onderbezetting – en dat is in heel Vlaanderen het geval – kunnen we dit probleem jammer genoeg niet altijd vermijden. 

 Dus ja, beste Raadslid Deene, ik ben hiervan op de hoogte. En nee, het gebeurt niet zomaar. Het is een laatste redmiddel, dat we enkel inzetten wanneer het écht nodig is om onze opvang veilig en kwaliteitsvol te houden – in het belang van de kinderen én van het personeel dat wel aan het werk is.  

Ouders mogen erop rekenen dat we er alles aan doen om onze openingsuren aan te houden en onze werkingen draaiende te houden. Maar als het op bepaalde momenten toch niet lukt, dan is dat enkel omdat we binnen de wettelijke normen moeten blijven én de veiligheid van de kinderen altijd willen garanderen. 

 Onze dienst Kinderopvang zoekt natuurlijk proactief naar oplossingen om het personeelstekort en ook de verminderde dienstverlening aan te pakken.  Ze neemt heel wat structurele acties zowel om ervoor te zorgen dat er nieuw personeel bijkomt, als om te vermijden dat huidige medewerkers uitvallen of de dienst verlaten.

Raadslid Deene, u vraagt ook hoe we deze situatie zullen verhelpen.  Die vraag overlapt met de vraag van collega Baert over de stappen die de stad onderneemt om personeelstekort in de kinderopvang aan te pakken. 

 Ik geef graag een paar concrete voorbeelden van wat de stad allemaal doet: 

  • De vacature voor kinderbegeleiders staat constant open. We maken deze bekend via jobbeurzen, op scholen, via sociale mediacampagnes, met affiches en banners…
  • We geven goeie stagiairs meteen een contract in het kinderdagverblijf waar ze stage deden.
  • Verschillende locaties werken samen in een basisteam. Zo vangen ze onverwachte tekorten op door bij elkaar in te springen. 
  • We schakelen interims en jobstudenten in om tekorten op te vangen. 
  • We werken met mensen in zij-instroom trajecten. Deze mensen combineren een opleiding met leren op de werkplek. 
  • We werven extra pedagogische bachelors aan. Zij werken als kinderbegeleider en geven ondersteuning aan hun collega’s. 
  • Er wordt ook nauw samengewerkt met de interne Preventiedienst HR om het aantal kortdurende ziekte te verminderen. 
  • Sinds vorig jaar werken we met OKO’s = ‘Ondersteuners in de KinderOpvang’, waarmee we in Vlaanderen pionierden. Zij ondersteunen de locaties met praktisch werk in de leefgroep. Zo komt er meer ruimte vrij voor de kinderen.

Kortom: we zetten volop in op creativiteit én samenwerking om het tekort zo goed mogelijk op te vangen. 

En daarin zijn we ook pionier:

  • De inzet van de OKO’s is een Vlaamse primeur. 
  • En met veel plezier geef ik ook een nieuwe primeur mee: namelijk dat de Dienst Kinderopvang sinds kort twee wijkgerichte recruiters in dienst heeft.  Ook dat is een primeur. 

Vanaf volgende week gaan deze 2 mensen heel lokaal aan de slag om nog meer drempels te verlagen en mensen warm te maken voor een job in onze kinderopvang. Ze organiseren bijvoorbeeld infosessies of inleefmomenten in een kinderdagverblijf. Kandidaten zonder gepast diploma kunnen kosteloos starten met een opleiding en krijgen begeleiding. Ze kunnen onmiddellijk starten in een crèche als Ondersteuner en worden op de vloer begeleid naar de juiste diploma om nadien te werken als volwaardig kinderbegeleider.  We beginnen dit pilootproject -in nauwe en gewaardeerde samenwerking met de VDAB- in de Brugse Poort. Na een evaluatie in de zomer, willen we daarna kijken of we kunnen uitrollen naar meer wijken. We gaan dus letterlijk op zoek naar kandidaten en zetten de deuren van onze opvang zo wijd mogelijk open voor nieuw talent.

Daarmee komen we ook bij de vraag van collega Baert, naar de plannen om het beroep van kinderbegeleider aantrekkelijker te maken.   

Het beroep van kinderbegeleider is ongelooflijk waardevol, deze mensen staan mee aan de wieg van de ontwikkeling van onze kinderen. Tegelijk weten we dat het de job helaas niet altijd de waardering krijgt die het verdient.  Het is een echte uitdaging om voldoende mensen te vinden én te houden in deze sector. 

Er zijn veel randvoorwaarden om het beroep aantrekkelijker te maken, maar die hebben we als stad niet steeds zelf in handen. De bal ligt vooral in het kamp van Vlaanderen, dat wijst ook recent onderzoek van de OESO en de EU uit; de recepten voor een aantrekkelijke en kwalitatieve sector zitten vooral verankerd in Vlaamse regelgeving. 

Los daarvan nemen ook wij onze verantwoordelijkheid op en zetten we actief in op het aantrekkelijker maken van het beroep van kinderbegeleider. 

  • We zorgen voor correcte loonvoorwaarden – vb. al onze kinderbegeleiders vallen onder de zogenaamde trap 2 of 3. 
  • We bouwen ook aan een goed imago als betrouwbare werkgever. 
  • We investeren in loopbaanpaden en maken het mogelijk om te studeren en door te groeien tijdens het werk. Onze Dienst Kinderopvang biedt ook levenslang leren aan, afgestemd op de noden van de kinderopvangpraktijk. 
  • Recent zijn we ook gestart met een mobiele ploeg. Dat zijn kinderbegeleiders die niet vast in één team werken, maar flexibel worden ingezet waar er tijdelijk een tekort is. Op die manier kunnen we hen een uurrooster aanbieden dat beter aansluit bij hun leven. Denk aan iemand die liever geen vroege diensten doet, of iemand die in een co-ouderschapsregeling zit en liever een week werkt en een week vrij is. De eerste oproep voor de mobiele ploeg loopt intern, en we bekijken nu ook of er extern kandidaten zijn.

Maar er is een grens aan wat we als lokaal bestuur kunnen doen. Veel van de structurele hefbomen liggen op Vlaams niveau.

  • De werkdruk blijft torenhoog. 
  • Ook de instroom in de sector blijft problematisch: de opleiding om kinderbegeleider te worden is vandaag nog steeds kort en vraagt geen vooropleiding, terwijl de verwachtingen  – terecht – hoog zijn. De beloofde uitrol van een graduaat laat op zich wachten, ondanks het voorbereidende werk waar wij als stad ook aan hebben meegewerkt.

Kortom, beste raadslid Baert, Wij doen als stad wat we kunnen – en méér – maar de toekomst van het beroep kinderbegeleider ligt voor een groot stuk in handen van de Vlaamse Regering.

Wat uw vraag rond de toeleiding van niet-beroepsactieven betreft:Uiteraard zijn we ook actief bezig met het aantrekken van nieuwe mensen die vandaag nog niet actief zijn op de arbeidsmarkt. Sinds 2018 heeft Dienst Kinderopvang permanent minimum één project lopen dat onderzoekt hoe deze doelgroep kan bereikt en toegeleid kan worden naar de sector kinderopvang.  Dienst Kinderopvang was hierdoor in Vlaanderen één van de eerste werkgevers die innoveert om deze doelgroep te activeren.

We hebben bijvoorbeeld een mentorenproject dat niet-beroepsactieven begeleidt naar een kwalificatie als kinderbegeleider. Twee mentoren begeleiden op dit moment zo’n 16 toekomstige kinderbegeleiders bij de Dienst Kinderopvang en een 10-tal toekomstige kinderbegeleiders bij de zelfstandige kinderdagverblijven. 

Ook is er een nauwe samenwerking met de VDAB  waarbij wijkwerkers van de job van kinderbegeleider kunnen proeven in afwachting van een opleiding. 

Daarnaast werkt DIKO ook nauw samen met AMAL dat zich specifiek richt op de doelgroep van nog niet-beroepsactieve inburgeraars. Een doelgroep met veel potentieel. In afwachting van hun diploma homologatie (wat een lang proces is) kunnen mensen als vrijwilliger meedraaien in onze kinderdagverblijven. Ook zijn er nauwe verbindingen met de dienst activering en werk met een focus op mensen met grote afstand tot de arbeidsmarkt. 

We zetten ook sterk in opzij-instroom en zijn hiervoor regelmatig een bron van inspiratie. Onze locaties staan open voor stagiairs uit alle mogelijke opleidingsvormen: duaal leren, CVO, secundair kinderzorg… Maar ook voor vrijwilligers, artikel 60-tewerkstellingen en wijkwerkers. Wie nog geen diploma heeft, kan bij ons als ondersteuner starten en via een mentortraject groeien naar een erkend attest via EVC (Elders Verworven Competenties). Zo geven we mensen met ervaring de kans om hun talenten te verzilveren.

U vraagt ook naar wervingscampagnes, collega Baert: natuurlijk proberen we jongeren warm te maken voor dit mooie beroep. We hebben vorig jaar een frisse wervingscampagne gelanceerd, met een filmpje en nieuwe slogans zoals ‘Geef jij het volgende lepeltje?’ of ‘Bedenk jij het volgende spelletje?’. Die campagne liep op verschillende mediakanalen online, maar ook in het straatbeeld. Ik hoop dat u de doeken van deze campagne al heeft zien hangen nabij een kinderdagverblijf bij u in de buurt. 

U vraagt ook hoe we jongeren motiveren om kinderbegeleider te worden. Dat doen we o.a. via de zorgberoepenrally. Zo bereiken we ook leerlingen uit het secundair – vanaf het vierde middelbaar – om hen te laten proeven van wat werken in de kinderopvang echt betekent.

Daarnaast werken de Dienst Kinderopvang en het Onderwijscentrum Gent in het project ‘Matchmakers’ samen met de Gentse opleiders om de samenwerking tussen scholen en het werkveld te versterken. Door opleidingen af te stemmen op de dagelijkse realiteit worden drempels tussen onderwijs en arbeidsmarkt weggewerkt en wordt de inhoud van de opleiding beter afgestemd op de uitdagingen van het werkveld. 

Collega Baert, U verwijst, terecht , ook naar het masterplan van minister Gennez dat vorige week werd aangekondigd. Dat plan bevat ook maatregelen om personeel aan te trekken, bijvoorbeeld via versterking van de zij-instroom. 

Ik vind dit zeker een stap in de juiste richting en ik hoop van harte dat het op het terrein snel voelbaar wordt. Maar laat ons duidelijk zijn: als we het beroep van kinderbegeleider écht aantrekkelijk willen maken en écht willen valoriseren, dan moeten ook de loon- en arbeidsvoorwaarden dringend verbeterd worden. Dat blijft een fundamenteel pijnpunt. Zolang mensen in deze cruciale zorgfunctie niet eerlijk en waardig verloond worden, blijft het moeilijk om voldoende instroom en retentie te realiseren. Ik reken er dan ook op dat ook daar snel  Vlaams werk van wordt gemaakt. 

In Gent blijven wij ondertussen niet bij de pakken zitten. We zetten in op begeleiding, op maatwerk én op samenwerking met de sector. Want goede kinderopvang begint bij sterke kinderbegeleiders – en die verdienen alle kansen, loon naar werken én respect.


Parkeerplekken voor mensen met verminderde mobiliteit aan De Zwarte Doos

01/04/2025 – Schriftelijke vraag gericht aan Joris Vandenbroucke

De vraag →

Vlak aan het dienstencentrum van Gentbrugge, De Zwarte Doos, zijn er twee reeksen van in totaal ongeveer 55 parkeerplekken. Hieronder vallen een aantal laadplekken en plekken voor deelwagens maar er is geen enkele plek voorzien voor mensen met verminderde mobiliteit. De dichtstbijzijnde parkeerplek voor mensen met verminderde mobiliteit is 150 meter verderop. Dit zorgt voor grote ongemakken voor mensen die in het dienstencentrum komen.

  • Is de schepen bereid na te gaan of er enkele parkeerplekken aan het dienstencentrum voorbehouden kunnen worden voor mensen met verminderde mobiliteit?
Het antwoord →

Het is een terechte vraag om parkeerplaatsen voor personen met een handicap (PPH) dichter bij het dienstencentrum te plaatsen.
 In de huidige situatie zijn er 4 PPH’s voorzien, welke behouden zullen blijven. Het Mobiliteitsbedrijf zal 2 bijkomende plaatsen voorzien aan de ingang van het dienstencentrum.


Elektrische laadpalen voor personen met verminderde mobiliteit

27/03/2025 – Mondelinge vraag gericht aan Joris Vandenbroucke

De vraag →

In Gent kunnen bewoners een laadpaal aanvragen om hun elektrische wagen op te laden. Voor mensen met verminderde mobiliteit zijn er echter nog drempels. Zo is het voetpad vaak niet toegankelijk vanaf de parkeerstrook aangezien deze verhoogd is. De laadpaal op de stoep is dan ook moeilijk bereikbaar. In het buitenland worden deze situaties opgelost doordat het voetpad op gelijke hoogte van de rijweg wordt aangelegd (zie foto’s in bijlage). Uit een antwoord op de vraag van collega Stephanie D’Hose vernam ik dat het mobiliteitsbedrijf parkeerplekken voor mensen met verminderde mobiliteit screent om de parkeerrichtlijnen voor personen met verminderde mobiliteit te evalueren en te actualiseren. De bevinden en signalen zullen meegenomen worden in een beleidskader dat ook bij SAPH afgetoetst zal worden. Het lijkt mij een goede zaak mocht laadinfrastructuur mee opgenomen worden in het beleidskader. Daarom stel ik graag volgende vragen:

  • Kan je een oplaadpunt voor een elektrische wagen laten installeren aan een parkeerplaats voor personen met een beperking? Zijn hier al voorbeelden van? Wordt hier extra rekening gehouden met toegankelijkheid? Zo ja, hoe?
  • Indien niet, kan dit verder onderzocht worden? 
  • Bij uitbreiding, kan een (nieuwe) parkeerplek voor personen met verminderde mobiliteit, al dan niet met een laadpaal, niet altijd voorzien worden van een verlaagde stoep?
Het antwoord →

In Gent worden publieke laadpalen bewust niet geïnstalleerd aan parkeerplaatsen die voorbehouden zijn voor personen met een beperking (PPMV). Dit is een weloverwogen beleidskeuze, gebaseerd op het principe dat publieke laadpunten voor iedereen toegankelijk moeten zijn en dus niet exclusief gereserveerd mogen worden voor een specifieke doelgroep. Het uitgangspunt is dat elke gebruiker van een elektrische wagen, ongeacht achtergrond of mobiliteitsbeperking, op gelijke wijze gebruik moet kunnen maken van publieke laadinfrastructuur. 
 Bovendien zijn plekken met publieke laadpalen in essentie geen parkeerplaatsen, maar functionele laadzones. Het doel is laden, niet langdurig parkeren. Er wordt dan ook van gebruikers verwacht dat ze hun voertuig na het laden verplaatsen, zodat de laadpaal maximaal beschikbaar blijft. Dit draagt bij aan een efficiënt gebruik van de publieke ruimte. 
   
 De principes die gelden voor laadplaatsen verschillen van die voor PPMV’s. Parkeerplaatsen voor personen met een beperking worden voorzien vanuit een ander beleidskader, waarbij lang parkeren, nabijheid van voorzieningen en voldoende manoeuvreerruimte centraal staan. Een combinatie van beide functies (laden + voorbehouden PPMV) vraagt extra ruimte en aangepaste inrichting, wat belangrijke gevolgen heeft voor capaciteit, inpasbaarheid in het straatbeeld en budgettaire haalbaarheid. 
   
 De publieke ruimte in Gent is schaars, en het combineren van een laadpaal met een PPMV vereist dat de parkeerplaats aangepast wordt qua omvang en toegankelijkheid, bijvoorbeeld om voldoende ruimte te voorzien voor een rolstoelgebruiker om veilig rond het voertuig te kunnen bewegen. Dit verhoogt de complexiteit én de kostprijs van dergelijke ingrepen. 
   
 Desondanks engageren we ons als stad om de toegankelijkheid van publieke laadpunten zo maximaal mogelijk te garanderen. Zo worden bedieningselementen standaard op een toegankelijke hoogte geplaatst, en worden laadpunten waar mogelijk ingericht op locaties met een toegankelijke of gelijkgrondse omgeving. Enkele Gentse voorbeelden waar personen met een beperking vlot kunnen laden, zijn: 
 ·Posteernestraat (woonerf) 
 ·Jan Hoetplein (publieke parking) 
 ·Coupure (gelijkgrondse straatinrichting) 
 ·Rooigemlaan (omgeving van een tankstation). 
   
 Daarnaast volgen we op dit moment het “paal-volgt-paal”-beleid. Dit betekent dat bijkomende laadpalen gebaseerd worden op gemeten bezettingsgraden en laadbehoefte in de omgeving, in plaats van individuele aanvragen (“paal-volgt-auto”). Deze beleidsverschuiving komt er omdat er inmiddels voldoende publieke laadpalen beschikbaar zijn in het Gentse straatbeeld. Hierdoor kunnen we de verdere uitrol van laadinfrastructuur gericht en efficiënt plannen, rekening houdend met ruimtegebruik, bereikbaarheid en evenwichtige spreiding. Maar dit luidt ook de evolutie naar laadpleinen, die meer mogelijkheid geven tot inclusiviteit en toegankelijkheid. 
   
 Tot slot screenen we momenteel alle PPMV’s op een brede set van toegankelijkheidscriteria, die zijn afgestemd met de toegankelijkheidsambtenaren van de stad. Ongeveer 20% van deze plaatsen is reeds gescreend. Onze ambitie is om alle PPMV’s aan publieke bestemmingen – dus niet de plaatsen die bewoners zelf aanvragen aan hun woning of werkplek – te optimaliseren. Daarbij willen we verder gaan dan de minimale normen uit de wegcode. Een belangrijke optimalisatie is het systematisch voorzien van een verlaagde boordsteen bij elk van deze PPMV’s, om de toegankelijkheid aanzienlijk te verbeteren. Deze ambitie staat volledig los van de aanwezigheid van laadpalen, maar maakt wel deel uit van onze bredere inzet op een toegankelijke en inclusieve publieke ruimte.


Toegankelijkheid Gentse horeca

26/03/2025 – Schriftelijke vraag gericht aan Sofie Bracke

De vraag →

Als je op de website van de Visit Gent zoekt naar ‘rolstoelvriendelijke horeca’ dan komen er slechts 5 restaurants naar boven. Dat is natuurlijk een heel beperkt aanbod voor een stad die zo veel horeca te bieden heeft.

Vorig jaar konden horeca uitbaters of handelaars die hun zaak rolstoelvriendelijk wilden maken een gratis hellend vlak aanvragen. Dit initiatief is nu jammer genoeg afgelopen. Er kan wel een subsidie aangevraagd worden voor de verfraaiing van handelspanden. Een van de opties onder verfraaiing is het meer toegankelijk maken van de zaak.

Hierover stel ik graag volgende vragen:

  1. Hoe komt het dat er op de website van Visit Gent slechts 5 rolstoelvriendelijke horecazaken vermeld staan? Wordt deze lijst regelmatig bijgewerkt en hoe wordt de informatie verzameld? 
  2. Waarom is het aanvragen van hellende vlakken voor handelszaken niet meer mogelijk? 
  3. Hoeveel aanvragen voor de subsidie verfraaiing van handelspanden worden gebruikt om zaken meer toegankelijk te maken? In het Actieplan Integrale Toegankelijkheid staat dat er onderzocht wordt om toegankelijkheid een meer bindend criteria te maken voor de subsidie, wat is de stand van zaken van dat onderzoek?
  4. Welke andere maatregelen neemt de stad om ervoor te zorgen dat meer horecazaken toegankelijk worden voor rolstoelgebruikers?
Het antwoord →

1. Hoe komt het dat er op de website van Visit Gent slechts 5 rolstoelvriendelijke 

horecazaken vermeld staan? Wordt deze lijst regelmatig bijgewerkt en hoe wordt de informatie verzameld? 

Op VisitGent.be wordt via meerdere landing pages en doorverwijslinks info gegeven over toegankelijkheid en wordt de ‘tag’ rolstoeltoegankelijk gebruikt om bezoekers met deze specifieke nood te helpen. Door gebruik van deze tag kunnen bezoekers de points-of-interest (activiteiten, logies, reca,…) op onze website makkelijk filteren op rolstoeltoegankelijkheid. Het klopt inderdaad dat er op dit moment slechts 6 eet- en drinkgelegenheden de tag rolstoelgankelijkheid toegewezen kregen (VIERNULVIER café, Krookcafé, Uilenspiegel, Bier Central, O’yo en Sgol).  Verder vindt u op de site een toegankelijkheidsbrochure die in samenwerking met Toerisme Vlaanderen, onze toegankelijkheidsambtenaar en Inter (Vlaams expertisecentrum toegankelijkheid) voor Gent werd gemaakt. U kan er ook nog een toegankelijke wandelroute vinden.

Er wordt op VisitGent.be heel omzichtig met toegankelijkheidsinfo omgegaan omwille van de complexiteit van de informatie. We wensen vooral ook de juistheid te kunnen garanderen. Incorrecte of verouderde info leidt namelijk tot een negatieve bezoekersbeleving. Daarom gaan we steeds uit van officiële labels waarbij onafhankelijke en grondige toegankelijkheidscontroles werden uitgevoerd. Rolstoeltoegankelijkheid bijvoorbeeld, is een complex gegeven. Voor een optimale bezoekersbeleving hebben we gedetailleerde info nodig over de toegankelijkheid van de ingang, doorgangen verder in de ruimte, sanitair, onderrijdbaarheid van tafels, eventuele hindernissen… (en dit voor tal van soorten rolstoelen). Bekijk hiertoe het voorbeeld: Bier Central: https://iedereen.overal.info/locaties/00194-bier-central-gent/  –> gedetailleerde info over breedte doorgangen, draairuimtes, hindernissen… 

Hieronder kan u, de belangrijkste landingpages op VisitGent.be vinden:
https://visit.gent.be/nl/goed-om-weten/praktische-info/over-gent/gent-toegankelijke-stad
https://visit.gent.be/nl/tag/rolstoeltoegankelijk 

Voor gedetailleerde info worden bezoekers doorverwezen naar onze toegankelijkheidsbrochure en onderstaande websites:  
Algemene info: https://www.visitflanders.com/nl/reisinformatie/toegankelijkheid
Verzamelplek voor toegankelijkheidsinfo: https://www.vlaanderen.be/inter/mensen-met-een-handicap
Toegankelijkheid gebouwen, onderwijs… (breder dan toerisme): https://toevla.vlaanderen.be/publiek/nl/register/start
Toegankelijkheid restaurants en cafés: https://iedereen.overal.info/
Toegankelijke logies en activiteiten: https://toegankelijkheidsaanbod.visitflanders.com/products 

Deze laatste websites verzamelen voor Vlaanderen alle toegankelijkheidsinfo en hier worden labels aan plekken (toeristische ‘points of interest’, logies, etc) toegekend:

Voor eet- en drinkgelegenheden bestaan volgende labels op https://iedereen.overal.info/: 

  • Goud = zelfstandig bruikbaar 
  • Zilver= bruikbaar met hulp 
  • Brons= aandacht voor toegankelijkheid 

Daarnaast heeft Toerisme Vlaanderen drie toegankelijkheidslabels in het leven geroepen. De labels A en A+ slaan op toegankelijke vakantieverblijven, infokantoren en bezoekerscentra. Het label M focust op locaties voor meetings en congressen. Het toegankelijkheidslabel voor logies is geen verplichting. Het is een kwaliteitslabel dat aangereikt wordt aan logies die inzetten op toegankelijkheid en voldoen aan de gevraagde criteria die aan dit A of A+ label verbonden zijn. Op dit ogenblik ligt de focus bij dit label op rolstoeltoegankelijkheid. Het label kan door elk erkend logies of toeristisch infokantoor aangevraagd worden en alles kan geconsulteerd worden via https://toevla.vlaanderen.be/publiek/nl/register/start.

Bovenstaande websites zijn gekend bij de specifieke doelgroepen in Vlaanderen en er wordt door VisitGent uiteraard vooral naar doorverwezen om buitenlandse bezoekers (die hier minder hun weg naartoe zouden vinden) te helpen. 

Hoe wordt info geupdate op VisitGent.be? Op regelmatige tijdstippen creëren we in samenwerking met Toerisme Vlaanderen, Inter en onze toegankelijkheidsambtenaar een toegankelijkheidbrochure. Toerisme Vlaanderen voert op dat moment op voorhand een toegankelijkheidscreening uit op onze stad en vraagt in ruil het engagement van de stad om een brochure met wandelkaart te realiseren.  Toerisme Vlaanderen financiert in het kader van dit project dus een effectieve scan en zo verkrijgen we een gecontroleerde update (momentopname!) voor alle respectievelijke labels en kunnen we deze labels ook op de website overnemen. Het is immers van groot belang om de juiste informatie aan deze doelgroep te bieden en gezien de complexiteit (betreft het toegankelijke dienstverlening, communicatie, infrastructuur? En dan concreet: is er een lift, is er een toegankelijke ingang, welke zijn de afmetingen van deze ingang, is er een toegankelijk toilet, etc etc) en de veranderlijkheid van elk van deze aspecten, kiezen we ervoor om hier waakzaam mee om te gaan wat specifieke vermeldingen van ondernemers betreft. Het is met name voor de kwetsbare doelgroepen met toegankelijkheidsnoden van groot belang om de juiste informatie te bieden. 

Een nieuwe de screening en update voor Gent dringt zich op, ondertussen is de brochure een paar jaar oud en hebben we op basis van het detecteren van onjuistheden via meldingen/klachten of eigen vaststellingen bepaalde vermeldingen op onze site dienen te verwijderen. Op basis van een nieuwe scan en toegankelijkheidsbrochure zullen nieuwe toeristische ondernemers die labels hebben behaald kunnen opgenomen worden op VisitGent.be en krijgt de website eventueel een verdere update met correcte aanvullende informatie.  

We focussen momenteel op VisitGent.be op rolstoeltoegankelijkheid omdat deze info in onze ervaring vaak gevraagd/geconsulteerd wordt. Qua workload en onderhoud is het immers niet mogelijk om alle verschillende aspecten van toegankelijkheid weer te geven op visitgent.be, hiervoor bestaan trouwens de hierboven vermelde platformen reeds en we verwijzen bezoekers van onze site ernaar door. Op deze platformen kunnen alle ondernemers zich makkelijk aanmelden, alle info delen i.v.m. de toegankelijkheid van hun zaak, en kunnen gebruikers commentaar geven.
 Er werd vanuit Toerisme Vlaanderen een tijd geleden ook werk gemaakt van een widget voor de musea, waarin zij zelf hun toegankelijkheidsinformatie zouden kunnen weergeven en onderhouden. VisitGent staat er zeker voor open om met deze widget aan de slag te gaan op onze eigen website. 

Deze keuze van rolstoeltoegankelijkheid sluit zeker niet alle andere aspecten uit:   

we laten tijdens de screening (door INTER) zeker ook onmiddellijk andere zaken noteren. We vragen ondernemers in eerste instantie om een pre-screening in te vullen.  Op basis van deze resultaten doen we vanuit ons team een eerste potentieelinschatting.  Indien op ’t eerste zicht kan voldaan worden aan de criteria – sturen we INTER op pad.  Toerisme Vlaanderen neemt de kosten van deze screening op.  

Wanneer we merken dat een hotel vermeldt dat ze rolstoeltoegankelijk zijn – laten we het ook niet na contact met hen op te nemen en hen te wijzen op het bestaan van dit officiële label.  
 Zelfs als na de screening blijkt dat een logies op dit ogenblik niet in aanmerking komt voor een label – raden we hen aan toch een “iedereen welkom” pagina of dergelijke te plaatsen op hun website.  Op basis van foto’s en enkele belangrijke afmetingen kan een gast dan zelf inschatten of hij/zij er in dit logies kan logeren.  Zo zorgen we ervoor dat de doelgroepen waarvan hier sprake maximale info kunnen vinden en een fijn verblijf/bezoek kunnen organiseren. 

2. Waarom is het aanvragen van hellende vlakken voor handelszaken niet meer mogelijk? 

Het ging om een éénmalige actie, met tijdelijk beschikbare middelen van Gelijke Kansen. Dit werd ook zo aangekondigd in het actieplan integrale toegankelijkheid, onder de titel “Investering in tijdelijke en snelle oplossingen”. 

3. Hoeveel aanvragen voor de subsidie verfraaiing van handelspanden worden gebruikt om zaken meer toegankelijk te maken? In het Actieplan Integrale Toegankelijkheid staat dat er onderzocht wordt om toegankelijkheid een meer bindend criteria te maken voor de subsidie, wat is de stand van zaken van dat onderzoek?

Er werd gemiddeld ongeveer 10.000 euro per jaar tot nu toe toegekend voor toegankelijkheid binnen deze subsidie. Belangrijke noot: toegankelijkheid werd altijd aangevraagd als onderdeel van het geheel (dus meestal was ‘gevelrenovatie’/’structurele werken binnenin’ de grootste brok en was ‘verbeteren toegankelijkheid’ daar maar een klein onderdeel van). Men vraagt m.a.w. de subsidie niet enkel en alleen aan voor dit specifieke onderdeel.   

De gesprekken om toegankelijkheid als voorwaarde te koppelen aan de subsidie voor verfraaiing handelspanden, lopen nog. We realiseerden wel reeds de koppeling tussen toegankelijkheid en de aanvraag voor een horeca-attest. Ondernemers die een horeca-attest aanvragen, zijn sinds begin dit jaar verplicht om vragen over toegankelijkheid te beantwoorden. Deze vragen polsen zowel naar de bestaande situatie als naar plannen om aan toegankelijkheid te werken. Via deze koppeling, willen we vooral de dialoog aangaan met startende ondernemers en hen in contact brengen met de toegankelijkheidsambtenaar. En we zien hiervan het effect. Zo namen al verschillende startende ondernemers contact met de toegankelijkheidsambtenaar, voor het brengen van een plaatsbezoek om technische oplossingen te bekijken. 

4. Welke andere maatregelen neemt de stad om ervoor te zorgen dat meer horecazaken toegankelijk worden voor rolstoelgebruikers? 

We werken momenteel aan een brochure met tips en tricks over toegankelijkheidsingrepen. Het is de bedoeling dat deze tips en tricks via het OOG systematisch ter beschikking zullen worden gesteld aan startende ondernemers.


Aanpak Flixbusparking Gent Dampoort

25/03/2025 – Schriftelijke vraag gericht aan Sofie Bracke

De vraag →

Met onze lokale afdeling van Vooruit Gent-Oost namen we de busparking aan station Gent Dampoort onder handen. De hoeveelheid afval was hallucinant. We vonden alles van flessen tot huisvuil, en de geur van urine was niet te harden. Dit is geen veilige, propere of waardige plek voor pendelaars, bewoners of buurtbewoners. Het afval trekt ongedierte aan en het openbaar urineren maakt het probleem nog erger.

  1. Kan er een openbaar toilet aan de bushalte worden voorzien? Het dichtstbijzijnde openbaar toilet bevindt zich in station Gent Dampoort en is gesloten op zondag.
  2. Kunnen er meer vuilnisbakken geplaatst worden op en rond de busparking?
  3. Hoe vaak wordt de parking opgeruimd door de betrokken diensten?
  4. Welke handhaving op sluikstort en wildplassen kan er gebeuren op de parking?
  5. Is er een mogelijkheid om iets meer zitplaatsen te voorzien?
Het antwoord →

De Groendienst is op de hoogte van de overlast rond ratten op deze locatie. Sinds december 2023 werken we samen met RATO vzw die instaat voor rattenbeheersing in het merendeel van de Oost-Vlaamse steden en gemeenten.

In deze periode bereikte ons 3 meldingen op de de busparking aan station Gent Dampoort waarop RATO vzw op 3 verschillende plekken de bestrijding opstartte. De laatste controle dateert van 26 maart 2025. Wij willen graag benadrukken dat iedereen plaagdieren kan melden via ons online meldingsformulier. Dit formulier is beschikbaar op website van de stad en stelt ons in staat om snel en effectief actie te ondernemen.

In het Beleidskader Publiek Sanitair van 2021 werd Gent-Dampoort aangeduid als een hotspot voor toiletnoden. De uitgangspositie toen was dat de toiletten in het station, beheerd door NMBS, deze behoefte voldoende afdekten. Intussen blijkt dat deze toiletten gesloten zijn op zondag. 

Als Stad willen wij blijvend inzetten op het potentieel dat de NMBS toiletten aanbieden.  Daarvoor is overleg tussen Stad Gent en NMBS essentieel, om verantwoordelijkheden, mogelijkheden en budgetten af te stemmen. De diensten van Stad Gent hebben al het initiatief genomen om hierover in overleg te gaan met NMBS. Een gesprek wordt op korte termijn ingepland.  Wat betreft de signalisatie: de vraag om bijkomende bewegwijzering naar de toiletten vanuit de busparking is reeds overgemaakt aan NMBS. Zij gaven aan dat hun signalisatie recent herwerkt is en dat er momenteel geen bijkomende aanpassingen voorzien zijn.  Het plaatsen van signalisatie is de exclusieve bevoegdheid van NMBS. 

Er wordt momenteel bekeken, in overleg met de Wegendienst, of het haalbaar is om bijkomend comfort te voorzien, dit wordt verder onderzocht. 

De afvalkorf op deze locatie dient voor het zwerfvuil van wachtenden en wordt frequent geledigd. De capaciteit zou eigenlijk ruim voldoende moeten zijn. 

De diensten merken echter dat de korf wordt gebruikt door buschauffeurs voor al het afval uit de bussen zelf. Dit is niet toegestaan, gezien dit geen zwerfvuil is maar bedrijfsafval. Chauffeurs moeten het afval uit de bussen bijhouden en volgens de geldende regels voor bedrijfsafval afvoeren. 

Het sensibiliseren van de verschillende busmaatschappijen geniet hier dus de voorkeur. Het is niet eenvoudig om de verschillende maatschappijen (waaronder ook buitenlandse firma’s) aan te schrijven. Regie Netheid plant daarom verder overleg met Dienst Toerisme en het Mobiliteitsbedrijf om hier toch verdere stappen te zetten. 

IVAGO ledigt de vuilnisbak vijf keer per week, op maandag, dinsdag, donderdag, vrijdag en zondag. Daarnaast staat IVAGO in voor het opruimen van sluikstort en zwerfvuil op deze parking. Naar aanleiding van dit signaal evalueert IVAGO de huidige opruimfrequentie. 

Sluikstortmeldingen worden sowieso steeds zo snel mogelijk opgevolgd. Sluikstort wordt opgehaald door een sluikstortploeg van IVAGO, waarbij meerdere keren per week een bevoegde ambtenaar of politie aansluit om vaststellingen te doen wanneer identiteitsgegevens worden gevonden. 

Voor het handhaven op wildplassen is een betrapping op heterdaad noodzakelijk. De wijkpolitie is op de hoogte gebracht van de problematiek, en zal de locatie opnemen in de buurtpatrouilles. 

Stad Gent zit binnenkort samen met de NMBS om te bekijken of het aanpassen van de toegankelijkheid van de toiletten aan het station Gent Dampoort een oplossing kan bieden. 

In opdracht van de Groendienst snoeit een externe aannemer de struiken op de parking. De volgende snoeibeurt vindt plaats vanaf juli, aansluitend worden de grachten opgeruimd door de Groendienst.


Toegankelijkheid UZ Gent tijdens werken

20/03/2025 – Mondelinge vraag gericht aan Joris Vandenbroucke

De vraag →

Vanaf 1 april t.e.m. midden juli zal tram 4 niet meer tot aan het UZ rijden door de bouw van een nieuwe hoofdcampus van het ziekenhuis. Er zijn drie alternatieve lijnen maar geen enkele hiervan is zeer geschikt voor mensen met een verminderde mobiliteit. Zo kan men tram 3 of bussen 5a/b en 19 nemen maar dan is het nog 500 meter tot aan het ziekenhuis. Het UZ zoekt al naar oplossingen, zo zal er een flexbus ingezet worden waarvoor mensen een afspraak kunnen maken via De Lijn en mensen kunnen ook gebruik maken van de campusbus die tussen 8u en 18u rijdt.

  • Hoe kijkt u als schepen naar deze situatie?
  • Is er overleg tussen het UZ en de stad om te kijken hoe de situatie zo goed mogelijk opgelost kan worden?
Het antwoord →

De bereikbaarheid van het UZ Gent met openbaar vervoer is essentieel, zeker voor mensen met een beperkte mobiliteit. De werken aan de tramhalte zijn onderdeel van de grotere werken aan het UZ, waarbij het de bedoeling is om de tramhalte optimaal in te planten dichtbij de nieuwe hoofdingang van het ziekenhuis. Maar de situatie de komende maanden is allesbehalve ideaal en ik zoek graag mee naar oplossingen.  

Reeds in oktober vorig jaar heeft het Mobiliteitsbedrijf aan De Lijn gevraagd om te onderzoeken of het mogelijk is om de frequentie en amplitude van buslijn 19 tijdens de werken uit te breiden. De Lijn heeft daar positief op geantwoord. Daardoor is de halte Heymanslaan met bus 19 tijdens de werken bereikbaar tussen 6 uur en 24 uur (ipv 21 uur). Bovendien zal bus 19 ook rijden op zaterdag en zondag tussen station Gent Sint-Pieters en Arteveldestadion. Ik reken er daarbij op dat De Lijn zal zorgen voor voldoende capaciteit op deze lijn.  

Daarnaast zijn er de haltes van tram 3 en van lijnen 5a/5b. Geen van die haltes ligt centraal op het terrein, maar de haltes Heymanslaan, Zwijnaardsesteenweg, Rerum Novarumplein en Van Haelstraat zijn wel allemaal rolstoeltoegankelijk, en vaak ook toegankelijk voor blinden en slechtzienden. Voor mensen die de afstand tussen de haltes en het ziekenhuis moeilijk kunnen overbruggen, is er ook de mogelijkheid om een verplaatsing met de flexbus te reserveren. Vanaf 22 april is er ook een nieuwe flexhalte van De Lijn op het terrein van het UZ, nabij ingang 12.  

Het UZ Gent zet zelf ook een campusbus in tijdens de werken. Deze rijdt elke werkdag tussen 8 en 18u. Reserveren is niet nodig en de ritten zijn gratis. De campusbus heeft een halte aan de De Pintelaan die op 270 meter ligt van de halte De Pintelaan van Tram 3. Het UZ voorziet ook een bijkomende halte voor de campusbus die op 150 meter ligt van de bushalte van bus 19 aan de Heymanslaan.  

Dit zijn positieve maatregelen om het UZ bereikbaar te houden met openbaar vervoer. Nu komt het erop aan om de reizigers ook goed te informeren. Ik heb het UZ en De Lijn alvast gevraagd om te voorzien in duidelijke signalisatie van en naar de haltes en ook om in de UZ-gebouwen duidelijke info te voorzien over het aanbod. 

Kortom, er is overleg tussen alle partners (stad, UZ, De Lijn) om ervoor te zorgen dat de impact tijdens de werken op patiënten en bezoekers van het ziekenhuis die met het openbaar vervoer komen zo klein mogelijk is. We zullen die situatie verder op de voet volgen en als er nog ruimte voor verbetering is, hoor ik de suggesties graag. Vanaf juli 2025 kunnen de patiënten en bezoekers van het UZ Gent opnieuw rekenen op een tram tot op de campus.  


Binnenhalen afval

19/03/2025 – Mondelinge vraag gericht aan Sofie Bracke

De vraag →

Vorige week legde het personeel van IVAGO spontaan het werk neer. Donderdag en vrijdag werd geen afval opgehaald en bleven de recyclageparken dicht.

Na twee dagen werd de staking opgeschort maar stonden heel wat voetpaden vol met vuilnisbakken, glascontainers, gft-bakken en ander afval dat niet is opgehaald. Hierdoor waren de voetpaden versperd en moeilijk toegankelijk.  

Ondertussen hebben we vernomen dat er een extra ophaalronde wordt georganiseerd voor papier en karton.

Enkel in de krant kon je lezen dat alles weer binnengehaald moest worden en opnieuw worden aangeboden bij de volgende ophaling, maar niet iedereen leest de krant.

  • Hoe werden de burgers geïnformeerd dat ze hun vuilnis moesten binnenhalen ?
  • Werden alle mogelijke kanalen aangeboord ?
  • Er werd geen melding gedaan via de app van Ivago en via Hoplr. Klopt dit ?
  • Hoe zou de communicatie in de toekomst kunnen verbeterd worden ?
Het antwoord →

Op donderdag 13 maart brak inderdaad een spontane staking uit bij IVAGO. Meteen toen duidelijk werd dat er geen ploegen gingen uitrijden, is er door IVAGO gecommuniceerd. Zowel op donderdag als vrijdag werd via verschillende kanalen meegegeven dat er geen afval werd opgehaald én werd aan de inwoners gevraagd om het afval terug binnen te nemen en aan te bieden bij de volgende ophaling. Ook werd de boodschap meegegeven dat de recyclageparken die dag dicht bleven. 

De communicatie gebeurde op de website van IVAGO, via Instagram, via Facebook en via Hoplr. De sluiting van de recyclageparken werd ook via de Recycle app gecommuniceerd.  

Ook werd de stakingsactie naar de pers gecommuniceerd die dit in hun communicatie heeft meegenomen voor een nog groter bereik. Ook de medewerkers van het callcenter van IVAGO deden het nodige om de inwoners te informeren over de staking.   Momenteel bekijkt IVAGO of een nog gerichtere communicatie mogelijk is via de Recycle app en ook wat de mogelijkheden zijn van Mijn Burgerprofiel. Ook met de Stad Gent gaat IVAGO in overleg, om in de toekomst eventueel nog extra kanalen in te zetten.


Heraanleg van straten als woonerf

12/03/2025 – Mondelinge vraag gericht aan Joris Vandenbroucke

De vraag →

De plannen voor de heraanleg van de Edward Blaesstraat, de Harmoniestraat en de Onderwijsstraat in Ledeberg werden onlangs goedgekeurd. Deze straten worden omgevormd tot woonerf. De drie straten in Ledeberg zijn in slechte staat en verouderd, met smalle rijwegen, smalle trottoirs en weinig groen. Daarom worden ze opnieuw ingericht als woonerf. Een woonerf biedt verschillende voordelen voor bewoners: een betere verkeersveiligheid, meer groen, een betere toegankelijkheid omdat er geen drempels meer zijn, enz. Dit zal de leefbaarheid van de straten enkel ten goede komen. Tegelijkertijd moeten we oog hebben voor de impact van de heraanleg op de parkeerdruk in de buurt.

  • Hoe ziet u de toepasbaarheid van het concept woonerf in onze stad? Wat is de visie van de stad over toekomstige heraanleg van woonstraten? 
  • Hoe gaat u om met de impact van woonerven op parkeren? 
  • Welke ingrepen zullen er in de woonerven bijkomend gebeuren, zodat de straten aantrekkelijk gemaakt worden om meer tijd buiten door te brengen en de sociale interactie bevorderd wordt?
Het antwoord →

De heraanleg van de Edward Blaesstraat/Harmoniestraat en onderwijsstraat komt er omdat deze straten er vandaag tot op den draad versleten bij liggen. Het regulier onderhouden van deze straten is al enige tijd niet meer aan de orde. De toegankelijkheid van deze cluster is abominabel. De voetpaden zijn er gemiddeld 1,4 meter breed en op een bepaalde plek zelfs maar 48 centimeter. Iemand die minder goed te been is, laat staan iemand in een rolstoel zit, mag deze straten vandaag schrappen op zijn/haar route.  

Op  10 november 2021 werd een binnenloopmoment georganiseerd en lagen de plannen en de 3D simulaties ter bespreking voor aan de bewoners. De algemene teneur ten opzichte van de inrichting als woonerf waren positief. De meeste aanwezigen apprecieerden het feit dat hun straat toegankelijk en aangenamer wordt om in te leven en dat de aanwezige schoolomgeving veiliger wordt. Op vraag van bewoners werden snelheidsremmers en een laadpaal toegevoegd aan het ontwerp.  

Wat de laadpalen betreft, heeft de stad de intentie om een basisaanbod te voorzien in de wijken. De palen in de omgeving van de Edward Blaesstraat zijn vandaag nog niet verzadigd. Bovendien is er een steeds grote rol weggelegd voor de private markt als het op laadinfrastructuur aankomt.  We merken dat steeds meer Gentenaars laden aan (ultra)snellaadstations of bv. op de parking van de supermarkt. 

De werken zullen in fases verlopen waardoor de bereikbaarheid van de school gegarandeerd blijft. 

Wat parkeren betreft waren de meningen verdeeld. Niettegenstaande de meeste inwoners echt tevreden waren over de bijkomende bomen, fietsenstallingen en de noodzakelijk 4 meter doorgangsruimte voor de brandweer, waren er bewoners die de verminderde ruimte voor parkeren als negatief ervaarden. Concreet vermindert het aantal parkeerplaatsen in die stratencluster van 45 naar 22 plaatsen. En ik begrijp dat dit absoluut niet evident is in een buurt waar de parkeerdruk al erg hoog is. Om dit verlies van parkeerplaatsen in de straat te compenseren, engageer ik mij om een aantrekkelijker parkeeraanbod voor buurtbewoners uit te werken in de vlakbij gelegen parking Ledeberg.  

Ik ben ervan overtuigd dat dit college op vlak van haar parkeerbeleid belangrijke keuzes te maken heeft. De vraag die zich namelijk opdringt is hoe we ons parkeren op een méér comfortabele en tegelijkertijd beperktere oppervlakte kunnen organiseren zodat ruimte ontstaat voor andere maatschappelijke noden.  Het is mijn overtuiging dat een nieuwe, meer doordachte parkeerfilosofie een ware hefboom kan betekenen voor veel sociale-, economische of klimaatnoden van onze stad. Dat parkeerbeleid dus over meer gaat dan mobiliteit. 

Ik pas voor een toekomstbeeld waarbij we straten ontoegankelijk laten door te smalle voetpaden te smal heraan te leggen die bovendien letterlijk drempels zijn waar mensen met een rolstoel en anderen die minder goed te been zijn niet over kunnen, dat we aanvaarden dat rijen geparkeerde wagens het zicht van overstekende kinderen versperren of het laden en lossen van lokale handelaars onmogelijk maken. Maar evengoed pas ik voor de idee dat het blind schrappen van autoparkeerplaatsen wagens in rook zouden doen opgaan. Dat laatste klopt gewoonweg niet. 

Collega’s, het kan toch niet de bedoeling zijn om straten anno 2025 opnieuw in te richten volgens concepten van de jaren ‘50 en ‘60 uit de vorige eeuw? Alleen al door de minimumbreedtes voor voetpaden – anderhalve meter, en als we willen mogelijk maken dat mensen hun gevel kunnen isoleren, nog eens een paar centimeters extra en door de doorrijdbreedte die de brandweer tegenwoordig nodig heeft, is het simpelweg onmogelijk om straten in onze dichtbevolkte wijken opnieuw aan te leggen zoals ze erbij decennia lang hebben bij gelegen.  

Dan kunnen we beter ineens gaan voor een toekomstige gerichte full option en kiezen voor de inrichting van woonstraten als woonerf. Woonerven zijn veiliger en toegankelijk voor iedereen, woonerven zijn dankzij ontharding en vergroening veel aangenamer en gezonder om in te wonen, maar tegelijk vormen ze ook een buffer tegen oververhitting en tegen wateroverlast. Woonerven zijn de toekomst, daarom staat ook in het bestuursakkoord dat woonstraten op die manier moeten heraangelegd worden. Maar daarom moeten we, zoals ook in het bestuursakkoord staat, werk maken van een ander parkeerbeleid.  

Want zoals ik al zei : het is niet omdat je parkeerplaatsen schrapt, dat de auto’s die er stonden spontaan verdwijnen. Ook in de komende decennia zullen een deel van onze verplaatsingen met de wagen gebeuren.  

Dus moeten we formules ontwikkelen die meer Gentenaars in staat stellen om weg van de straat te parkeren. Gezonde, actieve Gentenaars zijn hier doorgaans toe in staat en worden op die manier zekerder van hun parkeerplaats  – lees: rijden minder toertjes in de buurt op zoek naar een plek -. Zo winnen we twee keer. Er ontstaat ruimte op straat voor andere noden dan de parkeernood. Maar bovendien: Voor wie echt op straat moet parkeren, ontstaat méér zekerheid om dicht bij de bestemming plaats te vinden: Gentenaars die minder goed te been zijn, leveranciers die laden en lossen, zorgpersoneel of een bezoeker die iets of iemand ophaalt. 

Deze nieuwe parkeerfilosofie moet nu omgezet worden in concrete maatregelen en projecten. Het keren van een tanker gebeurt niet op 1 dag. Minder capaciteit op straat zal gepaard moeten gaan met meer capaciteit weg van de straat. Samenwerking met partners (privaat én publiek) die onderbenut parkeerareaal bezitten zal opgezocht worden. Formules zullen uitgedacht worden om diverse doelgroepen de juiste plek te doen vinden. Voor wat betreft de cluster Edward Blaesstraat, straten die letterlijk in de schaduw van de nieuwe parkeertoren liggen, gaf ik de opdracht aan het Mobiliteitsbedrijf om concrete voorstellen op tafel te leggen. Vooruit lopen op deze voorstellen kan ik vandaag uiteraard niet doen. Dat zult u wel begrijpen.  Collega’s, de manier waarop we straten inrichten doet ertoe. Meer zelfs, de manier waarop we openbaar domein vorm geven, toont welk maatschappijbeeld we voor ogen hebben. Wat mij betreft is dat een inclusief beeld, waarbij we niemand belemmeren om omwille van fysieke barrières volop deel te nemen aan het openbare leven. De creatie van gelijkgrondse woonerven  wordt wat mij betreft dan ook de norm in woonstraten waar de verkeersdrukte dit toe laat. Als we willen dat iedereen in een aangename wijk woont maar iedereen ook kan geraken waar hij moet zijn, ook met de wagen, dan zijn woonerven de oplossing.


Aanvraag rijbewijs met medische code

12/03/2025 – Schriftelijke vraag gericht aan Burak Nalli

De vraag →

Wie voor de eerste keer een rijbewijs B aanvraagt moet daarvoor een afspraak maken in het Stadskantoor of een van de dienstencentra. Elke volgende keer – wegens verval of verlies van het rijbewijs – kan de aanvraag online gebeuren. Enkel voor het afhalen moet dan nog een afspraak gemaakt worden. 

Wie een rijbewijs met medische code wil aanvragen moet echter wel altijd een afspraak maken en langskomen, ook voor de aanvraag. Het is voor heel wat mensen die een rijbewijs met medische code wensen aan te vragen nochtans net minder evident om ter plaatse te moeten komen.

Op de website van de stad is deze info – behoudens vergissing – momenteel ook niet terug te vinden.

  • Is het mogelijk om het aanvragen van een rijbewijs met medische code ook digitaal te laten verlopen? Of zijn we daar als stad gebonden aan hogere regelgeving?
  • Kan de nodige informatie over het aanvragen van een rijbewijs met medische code vermeld worden op de website van de stad?
Het antwoord →

Voor de aanvraag van een rijbewijs met een rijgeschiktheidsattest is een bezoek aan het loket van de dienst Burgerzaken vereist, omwille van de werking van de BelDrive-toepassing van de FOD Mobiliteit. Momenteel ondersteunt BelDrive nog geen online aanvragen voor rijbewijzen met rijgeschiktheidsattest. De FOD Mobiliteit breidt de toepassing geleidelijk uit naar andere categorieën rijbewijzen, maar een exacte timing is nog niet gekend.  
We steunen alleszins je vraag en kijken uit naar de digitale oplossing. 

De informatie is ondertussen toegevoegd aan de website van Stad Gent: https://stad.gent/nl/burgerzaken/rijbewijzen/rijbewijs-aanvragen-en-afhalen 


Erkende vluchtelingen voeren actie

24/02/2025 – Mondelinge vraag gericht aan Filip Watteeuw

De vraag →

Op 19 februari kaartten een aantal erkende vluchtelingen hun woonnood aan onder de stadshal.

Recent erkende vluchtelingen hebben het moeilijk op de verzadigde woonmarkt.

Vroeger waren er in Gent een aantal doorgangswoningen, waardoor mensen van daaruit een definitieve woning konden zoeken. Daar was de uitstroom naar een duurzame woning erg succesvol. Later bleef deze aparte categorie van recent erkende vluchtelingen niet opgenomen in de doelgroepen van het ‘project leegstand’ waarbij leegstaande sociale woningen worden ingezet.

  • Kan er terug een aparte categorie komen,  binnen het ‘project leegstand’ voor net erkende vluchtelingen?
  • Zijn er andere tijdelijke wooninitiatieven mogelijk van waaruit men kan op zoek gaan naar een duurzame woning?
Het antwoord →

Er is een aparte categorie binnen het project leegstand voor erkende vluchtelingen. Het project leegstand wordt opgevolgd door Departement Welzijn en Samenleving (OCMW), dienst Thematische Hulpverlening, POOW cel, dat staat voor Precair verblijf, Opvang en overgang naar Wonen. De coördinatie van het project leegstand gebeurt door het CAW.

Erkende vluchtelingen krijgen toewijzingskansen binnen het project leegstand: 

‘Mensen waarvan het verblijf in een residentiële voorziening, het Stedelijk Opvanginitiatief, een noodwoning of een transitwoning, afgerond dient te worden en die niet tijdig een woonst op de reguliere huisvestingsmarkt kunnen bekomen.’

Er zijn vandaag 49 sociale woningen waar de doelgroepen uit het project leegstand in terecht komen. De doorgangswoningen van vroeger waar u over spreekt – we hebben het nu over de periode van voor juni 2018 – zijn ingekanteld in die 49 sociale woningen. In 2024 nog trokken we het aantal sociale woningen op van 40 naar 49. 

U weet dat Thuispunt Gent vandaag in een gigantische versnellingsoperatie zit voor renovatie- en nieuwbouw. Het stadsbestuur heeft hier de voorbije zes jaar een tanker van koers laten wijzigen. Een echt huzarenstuk.

Dit betekent dat er minder en minder sociale woningen zomaar leegstaan. Ofwel worden ze gerenoveerd of ze worden benut voor de herhuisvestingsoperatie die gepaard gaat met de versnelling. 

De Stad doet heel wat inspanningen om kwetsbare groepen (tijdelijk) te huisvesten. We doen dat met vereende krachten. Vandaag woedt er een wooncrisis, er is meer vraag naar huurwoningen dan er aanbod is. Het is dus steeds moelijker voor iedereen, en zeker voor kwetsbare mensen om een woning te vinden. Dat betekent dat we onze inspanningen rond sociale wonen, rond huisvesting, ook al zijn het moeilijke budgettaire tijden, absoluut moeten verder zetten. De schepen beaamt de denkpiste van raadslid Baert om een soort Upkot voor tijdelijke huisvesting van erkende vluchtelingen.


Taxiprijzen na Charlotte De Witte en Amelie Lens

20/02/2025 – Schriftelijke vraag gericht aan Joris Vandenbroucke

De vraag →

Feesten en plezier maken horen bij het Gentse leven, maar verschillende ouders hebben mij bezorgdheden gemeld na recente evenementen in Flanders Expo. Na het optreden van Charlotte De Witte en Amelie Lens zouden taxi’s exorbitante prijzen gevraagd hebben: 170 euro per persoon van Flanders Expo naar Dampoort en 40 euro van Gent-Sint-Pieters naar Dampoort. Dit soort woekerprijzen zijn niet alleen onaanvaardbaar, maar brengen ook veiligheidsrisico’s met zich mee. Jongeren kozen er vaak voor om geen taxi te nemen en gingen te voet naar huis, soms in dronken toestand, wat gevaarlijke situaties opleverde. In Gent rijden er zowel straattaxi’s als standplaatstaxi’s. Standplaatstaxi’s zijn taxi’s die op vaste plekken staan te wachten om mensen tot hun bestemming te brengen. Hun tarieven zijn bepaald door de stad. Zowel aan Flanders Expo, Sint-Pieters en Dampoort bevinden zich zulke standplaatsen voor standplaatstaxi’s. Straattaxi’s daarentegen mogen hun tarieven zelf bepalen volgens de vrije markt, al moeten hun tarieven wel zichtbaar zijn in een app/ webpagina of folder in de taxi. Bovendien mogen straattaxi’s zonder bestelling geen klanten ophalen binnen de 200 meter van taxistandplaatsen.

  1. Kan de kenbaarheid van standplaatstaxi’s en de standplaatsen voor dat soort taxi’s verduidelijkt worden voor klanten?
  2. Wordt er gecontroleerd of er geen straattaxi’s zijn die mensen willen meenemen vanop standplaatsen?
  3. Vindt er dialoog plaats tussen de uitbater van Flanders Expo of de organisator van de events, de stad en partners om vervoer van en naar de events te bespreken?
Het antwoord →

Kan de kenbaarheid van standplaatstaxi’s en de standplaatsen voor dat soort taxi’s verduidelijkt worden voor klanten? 

Wordt er gecontroleerd of er geen straattaxi’s zijn die mensen willen meenemen vanop standplaatsen? 

 De voorziene taxiplaatsen op The Loop zijn geen officiële standplaatsen. Zowel standplaatstaxi’s als straattaxi’s met een vergunning mogen gebruik maken van deze plaatsen. Een standplaats voor standplaatstaxi’s kan enkel op de openbare weg voorzien worden en is op dit moment niet mogelijk op The Loop. In de toekomst willen we daar wel werk van maken.  

Vindt er dialoog plaats tussen de uitbater van Flanders Expo of de organisator van de events, de stad en partners om vervoer van en naar de events te bespreken? 

Het Mobiliteitsbedrijf werd op de hoogte gebracht dat er een aparte taxizone werd voorzien met een plan van de aanrijroute. Cel Taxi heeft aan de organisator de volgende informatie meegegeven om zo te trachten de klanten op voorhand te informeren:  

  • Deze taxi’s hebben geen standaardtarieven. 
  • Controleer de tarieven voordat u vertrekt. 
  • De kaart met de tarieven is bevestigd aan het achterste rechter zijraam. 
  • De chauffeur is verplicht om de taxameter of een vergelijkbare app te gebruiken tijdens de rit. 
  • Na uw rit ontvangt u een ticket. 
  • Elke taxi biedt minstens één elektronische betaalmethode aan. 

 Deze informatie werd door de organisator in het Engels vertaald en op een Heras-banner aangebracht in de taxizone. 


Bevraging Gentse Feesten

19/02/2025 – Schriftelijke vraag gericht aan Joris Vandenbroucke

De vraag →

De Gentse Feesten blijven een van de grootste en meest geliefde volksfeesten van Europa. Met hun gratis toegankelijkheid, levendige sfeer en brede culturele aanbod trekken ze jaarlijks meer dan 1,5 miljoen bezoekers. De combinatie van live muziek, straattheater en lokale artiesten zorgt voor een unieke beleving in het hart van de stad. Bezoekers waarderen vooral de diverse pleinen, de gezellige Gentse sfeer en de historische setting. Daarnaast wordt er steeds meer ingezet op duurzaamheid, met initiatieven zoals herbruikbare bekers en ecologische eetopties. Dankzij een hoge tevredenheidsscore (8,56/10) en een sterke band met de stad, blijven de Gentse Feesten hét evenement waar Gent leeft en viert !  Ook een dikke pluim aan alle betrokken stadsdiensten die dit keer op keer mogelijk maken. We zien enkele aandachtspuntjes en daar willen we graag wat vragen over stellen:

  1. Hoe gaat de stad concreet inspelen op de resultaten van de bezoekersbevraging ? Welke vernieuwingen mogen we verwachten ?
  2. Het onderzoek toont aan dat bezoekers het Gentse en lokale karakter erg belangrijk vinden. Hoe gaat de stad dit versterken in de komende edities ?
  3. De wachtrijen aan drank- en eetstanden zijn een groot knelpunt. Zijn er plannen om de doorstroom te verbeteren ,
  4. Al jarenlang klagen bezoekers over het tekort aan vrouwentoiletten. Wat doet de stad om dit probleem structureel op te lossen ?
  5. Kwamen er opmerkingen rond de toegankelijkheid van de Gentse Feesten voor personen met een beperking naar voor uit de bevraging ? Wat zijn de verdere plannen om de toegankelijkheid voor personen met een beperking op de Gentse Feesten te garanderen ?
Het antwoord →
  1. Hoe gaat de stad concreet inspelen op de resultaten van de bezoekersbevraging ? Welke vernieuwingen mogen we verwachten ? 
     

De stad zal zeker inspelen op de resultaten van de bezoekersbevraging en daarbij blijven we inzetten op overleg en vernieuwing. Een belangrijk initiatief dat ik wil stimuleren, is een overleg tussen organisatoren, nachtwinkels en krantenwinkels om een beter evenwicht te vinden in het aanbod en de impact op de Gentse Feesten. Daarnaast willen we ook de toegankelijkheid voor personen met een beperking verder verbeteren en ervoor zorgen dat het programma breed en inclusief blijft. 

Uit de bevraging blijkt dat er veel positieve signalen zijn en dat bezoekers over heel wat aspecten van de Gentse Feesten erg tevreden zijn. Die sterke punten moeten we koesteren en verder stimuleren. Tegelijk kreeg ik ook de boodschap dat de prijs-kwaliteitsverhouding voor een deel van het publiek een aandachtspunt is. Daarbij wil ik toch even benadrukken dat de Gentse Feesten grotendeels een gratis programma aanbieden en we er toch in slagen om drank en eten goedkoper aan te bieden dan op grote muziekfestivals. Ik hoop dan ook dat bezoekers uit respect voor de programmatie hun drankjes blijven kopen aan de bars op de pleinen, want enkel zo kunnen we de Gentse Feesten gratis houden voor iedereen. 

In 2026 komt er een nieuwe veiling voor de eetstandjes. In de aanloop daarnaartoe zullen we de voorwaarden en het aanbod kritisch evalueren, zodat we nog beter kunnen inspelen op de wensen van de bezoekers. Daarnaast gaven de organisatoren aan dat ze ook het aanbod van niet-alcoholische dranken onder de loep zullen nemen en bijsturen waar nodig.   

Wat verdere vernieuwingen betreft, is het momenteel nog te vroeg om concrete beslissingen te nemen. Alle huidige organisatoren hebben een convenant tot en met de editie van dit jaar, en ook de deadlines voor subsidies voor kleinere projecten zijn inmiddels verstreken. Daar kan en wil ik niet op terugkomen. 

Daarnaast is het voor mij persoonlijk belangrijk om eerst de Gentse Feesten als schepen en Feestenburgemeester van binnenuit te ervaren. Ik ken de Feesten uiteraard zeer goed als consument van plezier, maar dit jaar krijg ik voor het eerst een totaalbeeld van de werking, de back-office en alle mensen die achter de schermen keihard werken om dit grootste volksfeest van Europa mogelijk te maken. Dit is een ongelooflijk geoliede machine en ik wil eerst de kans krijgen om die van dichtbij te leren kennen. Op basis van die ervaring kom ik na de editie graag terug op deze vraag en zal ik bekijken welke mogelijke verbeteringen en vernieuwingen we in de toekomst kunnen doorvoeren.   

Wat ik nu al wél kan zeggen, is dat ik de Gentse Feesten in de toekomst nog Gentser, nog gezelliger en misschien ook wat gemoedelijker zou willen zien. Maar daar wil ik nu nog niet te veel over zeggen. Eerst ga ik luisteren, kijken en ervaren, en daarna kom ik met een doordacht plan. 

  • Het onderzoek toont aan dat bezoekers het Gentse en lokale karakter erg belangrijk vinden. Hoe gaat de stad dit versterken in de komende edities ? 
     

Het onderzoek bevestigt wat velen al wisten: het Gentse en lokale karakter van de Gentse Feesten is voor bezoekers enorm belangrijk. Dat vind ik persoonlijk ook een van de mooiste aspecten van dit volksfeest. De stad zet hier al verschillende edities stevig op in, onder andere via subsidiereglementen zoals het “Subsidiereglement voor de financiële ondersteuning van projecten tijdens de Gentse Feesten (2020-2025)” en het “Subsidiereglement voor de feestkernen Gentse Feesten 2024/25”. 

De jury die de subsidieaanvragen beoordeelt, kijkt niet alleen naar creativiteit en vernieuwing, maar ook naar hoe toegankelijk een project is, hoe divers het publiek is dat ermee bereikt wordt en hoe sterk de samenwerking is met andere Gentse actoren. Een belangrijk criterium is natuurlijk hoe goed een initiatief het Gentse karakter weerspiegelt in onze bruisende, diverse stad. Ook de financiële haalbaarheid speelt een rol: projecten moeten aantonen dat ze naast subsidies ook op andere inkomstenbronnen kunnen rekenen. 

Dankzij deze ondersteuning blijft het lokale karakter van de Feesten sterk overeind. Hoewel de Gentse Feesten een internationaal publiek trekken, toont de bevraging duidelijk dat veel bezoekers vooral Gentse artiesten willen ontdekken en beleven. En als die Gentse acts een succes zijn – wat ze vaak zijn – dan is de logische reactie dat programmatoren hier nóg meer op zullen inzetten. 

Wat mij betreft moeten de Gentse Feesten in de toekomst nog Gentser, nog gezelliger en nog gemoedelijker worden. De stad heeft nu al de juiste instrumenten om dit te stimuleren, en ik zie er als Feestenburgemeester op toe dat we die ook volop blijven benutten. 

  • De wachtrijen aan drank- en eetstanden zijn een groot knelpunt. Zijn er plannen om de doorstroom te verbeteren 
     

Ik begrijp dat wachtrijen soms vervelend kunnen zijn, maar enige nuance is toch op zijn plaats. Uit de bevraging blijkt dat meer dan 70% van de bezoekers hier eigenlijk geen problemen mee ondervindt. Natuurlijk kan het op piekmomenten even aanschuiven zijn – net zoals je dat gewend bent bij je favoriete frituur op een vrijdagavond. Dat hoort er soms bij, zeker op een volksfeest van deze omvang. 

Toch nemen de organisatoren dit aandachtspunt ter harte. Ze zullen kritisch kijken naar de opstelling van hun bars en eetstanden om te zien waar verbeteringen mogelijk zijn. Waar we vooral op moeten letten, is dat wachtrijen geen impact hebben op de publieksveiligheid. Tijdens de vorige edities werden hierover geen fundamentele problemen vastgesteld, maar dat wil niet zeggen dat we op onze lauweren rusten. Waar het kan, zullen we bijsturen om de doorstroom nog vlotter te laten verlopen. 

De Gentse Feesten blijven een gigantisch volksfeest waar veel mensen samenkomen om te genieten. Een beetje wachten hoort daar soms bij, maar we blijven zoeken naar slimme oplossingen om het feest voor iedereen zo aangenaam mogelijk te maken. 

  • Al jarenlang klagen bezoekers over het tekort aan vrouwentoiletten. Wat doet de stad om dit probleem structureel op te lossen ? 

Hoewel het rapport geen specifiek onderzoek heeft gedaan naar de tevredenheid over de toiletten, kwamen er wel enkele meldingen binnen met de vraag naar meer sanitair. Toch wil ik benadrukken dat de Gentse Feesten, zeker in België en vermoedelijk zelfs in Europa, een van de grootste gratis en nette sanitaire voorzieningen voor vrouwen aanbieden op een stadsfestival. Bij elke toiletcontainer staat een personeelslid in voor het onderhoud, zodat de netheid gegarandeerd blijft. 

Op piekmomenten kunnen er wachtrijen ontstaan bij sommige toiletten, maar dankzij de capaciteit van 4 tot 14 toiletten per container verloopt de doorstroom meestal vlot. Er wordt een maximum-wachttijd van 13 minuten gemeten, dat is minder dan in sommige populaire café’s op drukke momenten. Bovendien bevinden zich op korte afstand vaak extra toiletten met amper of geen wachtrijen. Ik nodig iedereen uit om tijdens de Feesten zelf de proef op de som te nemen en te timen hoe lang men echt moet wachten. 

Daarnaast heeft de stad al jaren een duidelijke regel: horecazaken die een terrasuitbreiding willen, moeten hun toiletten ter beschikking stellen van hun klanten. Dat was nodig, want vroeger zagen we dat er op de eerste dag van de Feesten plots massaal “defecte” toiletten opdoken in cafés, die net na de Feesten miraculeus hersteld waren. Hierdoor ontstond een tekort aan sanitaire voorzieningen. Door deze koppeling met terrasuitbreidingen werd dit probleem grotendeels opgelost, al blijft jaarlijkse controle noodzakelijk om naleving te garanderen. 

Kortom, we blijven inzetten op een proper en toegankelijk sanitair aanbod, en waar nodig sturen we bij. Maar ik ben er zeker van dat we hier al een zeer sterk systeem hebben dat moeilijk te evenaren is op andere stadsfestivals. 

  • Kwamen er opmerkingen rond de toegankelijkheid van de Gentse Feesten voor personen met een beperking naar voor uit de bevraging ? Wat zijn de verdere plannen om de toegankelijkheid voor personen met een beperking op de Gentse Feesten te garanderen ? 

Uit de bevraging blijkt dat 5% van de respondenten aangeeft dat er te weinig rekening wordt gehouden met personen met een beperking en dat het quasi onmogelijk is om de Gentse Feesten met een rolstoel te betreden. Dat signaal neem ik serieus, want de Gentse Feesten moeten een feest zijn voor iedereen. Daarom blijven we ons inzetten om de toegankelijkheid van de Feesten verder te verbeteren. 

Net zoals in voorgaande jaren werken we aan duurzame oplossingen. Zo zorgen we ervoor dat er dagelijks minstens één toegankelijke voorstelling of activiteit is en communiceren we helder en duidelijk over de beschikbare voorzieningen op de officiële webpagina. Daarnaast blijven toegankelijkheidsambtenaren zowel in de voorbereiding als tijdens de Feesten beschikbaar om ad-hoc vragen op te vangen en mee naar oplossingen te zoeken. 

Ook op beleidsniveau trekken we die lijn door. Toegankelijkheid wordt meegenomen als voorwaarde bij het toekennen van subsidies en onze toegankelijkheidsambtenaar is actief betrokken bij de werkgroep mobiliteit. Concreet betekent dit onder andere extra parkeerplaatsen voor personen met een handicap en een betere bewegwijzering naar de voorzieningen. 

Tot slot organiseren we in de week voorafgaand aan de Gentse Feesten een persmoment waarbij we de inspanningen rond toegankelijkheid in de kijker zetten. Dit is niet alleen een moment om de pleinorganisatoren te bedanken voor hun inzet, maar ook om de stem van ervaringsdeskundigen te laten horen. Toegankelijkheid blijft een aandachtspunt en met deze maatregelen zetten we opnieuw stappen vooruit om de Gentse Feesten nog inclusiever te maken. 


Inzameling textiel

13/02/2025 – Schriftelijke vraag gericht aan Sofie Bracke

De vraag →

Sinds januari 2025 verplichten nieuwe Europese regels aan Europese lidstaten om textiel apart – en dus niet meer bij het huisvuil – in te zamelen. Er zullen door de inwerkingtreding van de nieuwe Europese regels wel lichte veranderingen zijn en die hangen vooral af van de woonplaats. Daarnaast gaat de Europese verplichting wel over een bredere groep van textiel (dan kledij), want “alle” textiel moet worden ingezameld.

  • Hoe zal de stad Gent de nieuwe Europese verplichting voor de aparte inzameling van alle textiel implementeren?
  • Worden er extra textielcontainers geplaatst in Gent? Zo ja, waar en hoeveel?
  • Hoe zal de stad Gent haar inwoners informeren over deze veranderingen in de textielinzameling?
  • Met welke bedrijven werkt de stad samen voor de inzameling en verwerking van textiel, en hoeveel containers beheren ze in de resp. stadsdelen? Wat gebeurt er met het ingezamelde textiel? Wordt dit lokaal verwerkt, gerecycleerd of geëxporteerd? Bestaat daar controle op?
  • Ontvangt de stad klachten over deze kledingcontainers? Zo ja, hoeveel in ’24 of voorgaand jaar, en waarover gaan deze klachten.
Het antwoord →

IVAGO organiseert via de textielcontainers en de recyclageparken reeds textielophaling die voldoet aan de wijzigingen. Daarom worden er bv. geen extra textielcontainers voorzien.

Informatie over het sorteren van textiel wordt geregeld gecommuniceerd via de communicatiekanalen van IVAGO, en is permanent te raadplegen via de website. Op de website van IVAGO zijn ook alle locaties van de textielcontainers te vinden.

De wetgeving voorziet ook in een luik waarvoor de producenten zelf verantwoordelijk zijn, en dus niet IVAGO.

IVAGO werkt samen met VICT en Ateljee. VICT heeft 118 locaties voor 206 containers. Ateljee heeft 35 locaties voor minstens 71 containers.

Het door VICT ingezamelde textiel wordt getransporteerd naar Recutex NV, het moederbedrijf van VICT, waar het wordt gesorteerd om de nog bruikbare kledij en stoffen eruit te halen.

Het door Ateljee ingezamelde textiel wordt gesorteerd, en herbruikbare items worden verkocht in hun winkels. Dit proces ondersteunt lokale tewerkstelling en draagt bij aan de sociale economie.

Herbruikbare items die lokaal niet meer bruikbaar zijn, worden geëxporteerd voor hergebruik. Wat niet meer herbruikbaar is wordt gerecycleerd (vezels als grondstof voor nieuw textiel of in vodden/isolatiemateriaal). Wat niet gerecycleerd kan worden, wordt verbrand. De kwaliteit van het ingezamelde textiel gaat helaas achteruit, mede door de fast fashion en ultrafast fashion. IVAGO ontvangt soms klachten over de textielophaling. Dit gaat dan vooral over het al dan niet vergund zijn van de containers op bepaalde locaties. Dit werd ondertussen in orde gebracht, alle containers zijn vergund. Soms ontvangen we een klacht van VICT zelf over ‘illegale’ textielcontainers die niet van VICT zelf zijn, die IVAGO vervolgens doorgeeft aan Dienst Toezicht om te laten verwijderen. Deze klachten zijn beperkt.


Verhuis school de Sassepoort/Spoor 9

12/02/2025 – Mondelinge vraag gericht aan Evita Willaert

De vraag →

We konden het allemaal uitvoerig lezen in de pers,  de school voor buitengewoon lager onderwijs De Sassepoort/Spoor 9 moet verplicht verhuizen.

Aan deze verhuis zijn heel wat problemen verbonden zowel praktisch als inhoudelijk. De ouders zijn boos en voelen zich niet gehoord.

Via de pers vernamen we ook het antwoord van de schepen, maar ik heb nog enkele bijkomende vragen.

  1. Hoe past deze verhuis binnen de bredere strategie van de stad Gent en Vlaanderen rond inclusief onderwijs ?
  2. Op welke manier sluit de nieuwe schoollocatie en -infrastructuur aan bij de bredere visie op inclusief onderwijs in Gent ?
  3. Is er overleg geweest met ouders en belangenorganisaties (zoals bijvoorbeeld voor inclusie) bij de opmaak van de verhuisplannen ?
  4. Hoe zal de nieuwe infrastructuur bijdragen aan een betere inclusie van leerlingen met een individueel aangepast traject meer inclusief onderwijs te bieden ?
  5. Hoe wordt ervoor gezorgd dat de verhuis niet leidt tot verdere segregatie van leerlingen met specifieke noden ?
Het antwoord →

Beste collega Baert

Dat de verhuis van basisschool De Sassepoort – Spoor 9 voor vragen zorgt, bleek ook daarnet al. Dat heeft ook te maken met het type onderwijs dat deze school aanbiedt. U voegt vanuit die vaststelling een andere en interessante insteek toe. Ik geef graag meer duiding.

Inclusief onderwijs is een verplichting volgens het VN-verdrag inzake de Rechten van Personen met een Handicap (VRPH), dat België in 2009 ratificeerde. 

Vlaanderen zette hierin stappen met het M-decreet en sinds 2023 met het Leersteundecreet, dat scholen in het gewoon onderwijs ondersteunt bij de begeleiding van leerlingen met specifieke noden. Toch ontbreekt een langetermijnvisie voor een volledig inclusief onderwijssysteem, waardoor de vraag naar buitengewoon onderwijs hoog blijft en zelfs toeneemt.

De onafhankelijke Commissie Inclusief Onderwijs stelde in 2024 een tijdspad voor naar een inclusiever systeem, maar concrete beleidsmaatregelen en middelen ontbreken voorlopig. Minister Demir benadrukte recent het belang van samenwerking tussen gewoon en buitengewoon onderwijs, maar gaf aan dat buitengewoon onderwijs nodig blijft voor bepaalde leerlingen.

Binnen deze context is de verhuis van De Sassepoort / Spoor 9 een kwaliteitsverbetering.  De nieuwe locatie is op maat gebouwd van de noden van leerlingen met gedragsproblematieken (type 3) en ASS (type 9). Bovendien profiteert Biezebeize, het time-outproject van de school, van de betere infrastructuur en toegankelijkheid. Dit alles draagt bij aan een optimale ondersteuning van de doelgroep binnen het buitengewoon onderwijs.

U vraagt ook hoe de nieuwe locatie aansluit bij de bredere visie op inclusief onderwijs van de stad.


Afbouw ziekenhuisschool AZ Sint-Lucas

11/02/2025 – Mondelinge vraag gericht aan Evita Willaert

De vraag →

Het gerucht doet de ronde dat de afdeling van de UZ-ziekenhuisschool (stedelijk onderwijs) in de kinderafdeling van AZ Sint-Lucas (om financiële redenen) zou afgebouwd worden.

Het zou vooral gaan over de inzet van kleuterjuffen. 

  1. Klopt het gerucht dat de afdeling van de UZ-ziekenhuisschool in de kinderafdeling van AZ Sint-Lucas wordt afgebouwd, met name wat betreft de inzet van kleuterleerkrachten?
  2. Wat zijn de redenen voor een eventuele afbouw? 
  3. Wordt er rekening gehouden met de geplande fusie van AZ Sint-Lucas en AZ Jan Palfijn in 2027 en de daardoor verwachte uitbreiding van de kinderafdeling?
  4. Wordt de steeds kortere ligduur in de pediatrie als argument gebruikt voor een mogelijke afbouw? En zo ja, hoe wordt dit afgewogen tegen de noden van kinderen die wél langdurig in het ziekenhuis verblijven?
  5. Zijn er alternatieve plannen om de pedagogische begeleiding in de kinderafdeling te waarborgen als de inzet van kleuterleerkrachten vermindert?
  6. Welke stappen kunnen genomen worden om de continuïteit van dit initiatief te garanderen, gezien de positieve impact op de kinderen?
Het antwoord →

Beste collega Baert

De stedelijke Ziekenhuisschool Stad Gent heeft scholen voor het basis- en het secundair onderwijs. Beide hebben verschillende vestigingsplaatsen verspreid over de stad, en daarbuiten. 

Graag wil ik van de gelegenheid gebruik maken om mijn waardering uit te spreken voor de medewerkers van de ziekenhuisschool. Voor de Ziekenhuisschool Stad Gent werken zo’n zeventig leraars. Zij geven les aan kleuters, kinderen en jongeren die in een ziekenhuis of residentiële zorginstelling verblijven. Hun werk is belangrijk: ze zorgen ervoor dat het recht op onderwijs gewaarborgd wordt voor deze leerlingen, én dat ze hun voeling met school blijven behouden. En vooral: deze leerkrachten bieden hun leerlingen wat ‘normaliteit’ in hun uitzonderlijke situatie. Deze leerkrachten staan bovendien voor aanzienlijke uitdagingen: In de laatste vijf jaar is het gemiddelde leerlingenaantal in het secundair gestegen met 40 procent. Vooral de stijging van het aantal leerlingen opgenomen in een psychiatrische afdeling is groot.

Dan kom ik tot uw specifieke vragen. De bestaande werking in het AZ Sint-Lucas is geen erkende vestigingsplaats. Dat laatste element heeft geleid tot een aantal overwegingen.

Het is nog geen beslist beleid dat Ziekenhuisschool basisonderwijs de begeleiding van leerlingen in het AZ Sint-Lucas zal stopzetten. 

Ik zie me helaas wel genoodzaakt om dat te doen wanneer er geen erkenning komt vanuit de Vlaamse overheid om deze locatie officieel te erkennen als vestigingsplaats. Dat laatste is belangrijk omdat het zou betekenen dat de centen die we voor de organisatie nodig hebben, gesubsidieerd zouden worden.  De huidige werking is immers enkel mogelijk vanuit de werkings- en personeelsmiddelen van de andere scholen in het stedelijk onderwijs. 

Anders gezegd: we krijgen op dit moment geen Vlaamse middelen om die werking op die locatie op te zetten. Dit schooljaar gaat dat over 11 lestijden voor de begeleiding van kleuters en lagereschoolkinderen; die betaald worden met centen die op andere plaatsen gegenereerd zijn en daar dus ook in min gaan. 

Het Stedelijk Onderwijs maakte vorig jaar een afwegingskader dat moet dienen om te bepalen of er type 5-onderwijs (= onderwijs door de Ziekenhuisschool) kan ingericht worden op een vestigingsplaats. Uit die criteria volgde het besluit dat AZ Sint-Lucas niet meer in aanmerking kwam zonder Vlaamse subsidiëring.

Het staat buiten kijf dat ook deze leerlingen recht hebben op onderwijs, maar de kwetsbaarheid van deze kinderen is eerder beperkt. Het gaat voornamelijk om kinderen die worden opgenomen voor een kortverblijf. Leerlingen krijgen er hoofdzakelijk individueel les, zonder contact met of opvolging door de thuisschool. 

Deze doelgroep staat daardoor verder af van de opdracht van de Ziekenhuisschool, zijnde het recht op onderwijs garanderen en tegelijk schoolse herintegratie mogelijk maken.

De inzet van onze mensen maakt in het grotere plaatje ook minder verschil voor de leerlingen en hun schoolloopbaan. Door de korte aanwezigheid van het kind in het ziekenhuis, gaat het veelal slechts over een uurtje les, wat niet het grote verschil maakt voor de globale leerwinst van de betrokken kleuter of leerling. 

Ik wil tegelijk toch ook benadrukken dat we erg tevreden zijn over de inzet van de medewerkers. Zij creëren een mooi aanbod, maar de context (van oa het kortverblijf) maakt helaas dat ze weinig verschil kunnen maken, met aantoonbare effecten. Daarnaast zijn er ook de pedagogisch medewerkers op de afdeling die een zinvol aanbod kunnen opzetten. 

Hoewel de werking dus waardevol is, is het in het grotere geheel wel te verdedigen dat een verderzetting enkel kan met gesubsidieerde middelen en dus met een Vlaamse erkenning als vestigingsplaats. 

De aanvraag voor zo’n erkenning werd al ingediend bij Vlaanderen. Echter, die werd in mei 2024 afgewezen door minister Weyts. De minister gaf aan dat op plaatsen waar “geen ziekenhuisonderwijs wordt georganiseerd, leerlingen zullen gestimuleerd worden om hun schoolloopbaan te ondersteunen via de inzet van Tijdelijk Onderwijs Aan Huis, Synchroon internetonderwijs of een combinatie. Er wordt hiervoor gekozen omdat in het kader van inclusiviteit de band met de thuisschool cruciaal is om achterstand te vermijden en vlotte re-integratie te waarborgen (…)”.

We overwegen niettemin om de aanvraag opnieuw in te dienen. Er is immers een nieuwe minister van Onderwijs. De beleidsnota van minister Demir biedt geen garantie of die zal aanvaard worden, maar ik lees ook niet dat het a priori uitgesloten is, dus het is het proberen waard.

Als de samenwerking tussen AZ Sint-Lucas en Jan Palfijn in de toekomst mogelijkheden biedt, zullen we die op dat moment bekijken. 

U verwijst ook terecht naar kinderen die wel langdurig in het St Lukas ziekenhuis verblijven. Ik begrijp dat het om weinig kinderen gaat, en dat voor zij die er wel voor langere tijd verblijven, er regelmatig een link is met het UZ Gent. 

Tijdens hun behandelingen daar krijgen ze onderwijs van de ziekenhuisschool. Indien niet, is het de verantwoordelijkheid van de betrokken ziekenhuisdiensten (artsen, sociale dienst, paramedici, …) om oplossingen te vinden (zoals in ziekenhuizen gebeurt zonder type 5-onderwijs) in samenwerking met het CLB. (BedNet bijv.).

Ik hoop daarmee voldoende uw vragen beantwoord te hebben.


Charter ‘Werken aan een toegankelijk Gent, nog voor de eerste stap’

11/02/2025 – Schriftelijke vraag gericht aan Bram Van Braeckevelt

De vraag →

Eind 2019 ondertekende de Stad Gent het Charter “Werken aan een toegankelijk Gent, nog voor de eerste stap”. Simultaan met dit charter, werd het actieplan Integrale Toegankelijkheid 2020-2022 gelanceerd.

Er kwam ook een vervolg op het actieplan voor de werkingsjaren 2023-2025.

  1. Welke acties zijn reeds afgerond?
  2. Welke acties zijn nog lopende?
  3. Welke moeten nog opgestart worden?
  4. Wat is de voorziene timing van elke actie voor oplevering?
Het antwoord →

1. Welk acties zijn reeds afgerond? 

1.1. De wandeling “Gent, toegankelijk voor iedereen” ook voor blinden 

1.3. Meer banken en rustpunten  

1.6. Fietstaxidienst voor personen met verminderde mobiliteit

1.7. Toegankelijke taxi’s

1.8. Verbeterd aanbod vervoer op maat voor minder mobiele Gentenaars 

1.10. Screening toegankelijkheid van selectie stadsgebouwen 

2.2. Begrijpelijke brieven  

2.7. Implementatie Digitale Communicatiewaaier   

3.2. Digitale dienstverlening gebruiksvriendelijker en toegankelijker maken

3.5 Toegankelijke eerstelijnsorganisaties gezondheid en welzijn  

2. Welke acties zijn nog lopende?

1.5 Meer toegankelijke bus- en tramhaltes  

1.9. Inclusief sanitair

1.11. Screenen en remediëren van de basistoegankelijkheid van de stedelijke sportgebouwen  

1.12. Een webpagina met toegankelijkheidsinformatie voor de inwoners en de bezoekers van onze stad

2.1. Taaliconen voor activiteiten van Stad Gent 

2.3. Een universele iconendatabank

2.4. Taalpunt en Taalzone in Bibliotheek De Krook

2.5. Versterkte kennis over inclusieve en toegankelijke communicatie

2.6. Taalhulpen

3.1. Weg met onnodige registratie van geslacht

3.3. Meer diverse en toegankelijke kanalen van dienstverlening

3.4. Een inclusieve gidsenwerking van de Gentse musea

3.6. Bruggenbouwer tussen kinderen en jongeren met een beperking en het Gentse vakantieaanbod

3.7. Redelijke aanpassingen voor personen met een beperking in de dienstverlening van de Stad 

3.8. Een Gents stadslab met aandacht voor gebruikersonderzoek           

4.1. Quick Fixes

4.2. Toegankelijkheid inschrijven in reglementen en subsidies van de Stad

4.3. Bovenlokale noden en Gentse signalen

3. Welke moeten nog opgestart worden?

1.2 Met je rolstoel op een boot voor een rondvaart in Gent 

  • Om deze actie tot een goed resultaat te brengen, vroeg de Stad Gent/Toerisme in samenwerking met diverse andere Europese partners, projectmiddelen aan via de projectaanvraag “Lys sans Frontières – INTERREG prov W-Vl. & Nord Pas de Calais”. Jammer genoeg ontvingen we hierover in de loop van 2024 een negatieve beslissing van de subsidieverstrekker. We bekijken op dit moment hoe we onze strategie kunnen heroriënteren. 

1.4 Ontwerprichtlijnen toegankelijkheid in de algemene richtlijnen Openbaar Domein van de Stad

  • Momenteel wordt er vanuit Vlaanderen gewerkt aan een nieuw vademecum voor een Toegankelijk Openbaar Domein, dat tegen eind 2025 voltooid zal zijn. Het is raadzaam om deze richtlijnen af te wachten alvorens eigen voorschriften op te stellen. 

4. Wat is de voorziene timing van elke actie voor oplevering? Het actieplan heeft een looptijd tot en met 31/12/2025. Het is operationeel niet haalbaar om voor iedere lopende individuele actie een meer gedetailleerde termijn op te geven dan de eindtermijn van het actieplan in haar geheel.


Implementatie van de European Accessibility Act (EAA)

07/02/2025 – Schriftelijke vraag gericht aan Bram Van Braeckevelt

De vraag →

In 2025 zal de Europese Unie een belangrijke stap zetten met de implementatie van de European Accessibility Act (EAA), die tot doel heeft de toegankelijkheidsnormen in de lidstaten te harmoniseren voor een breed scala aan producten en diensten, waaronder digitale technologieën, bankdiensten, vervoer en e-commerce. Het doel is om gelijke en ongehinderde toegang tot essentiële basisdiensten te waarborgen.

De EAA biedt een betere toegankelijkheid op vele terreinen van het dagelijks leven, en vermindert daarmee ongelijkheden en bevordert sociale inclusie.

De EAA dekt producten en diensten die worden beschouwd als de belangrijkste en meest waarschijnlijke om uiteenlopende toegankelijkheidseisen te hebben in EU-landen. Deze producten en diensten omvatten onder andere personenvervoer, bussen, treinen, boten, inclusief luchtvaart, geldautomaten, ticket- en registratiemachines, telefoondiensten, enz.

De EAA brengt grote veranderingen met zich mee voor bedrijven en organisaties in heel Europa, en wellicht ook voor de stad Gent. De wet treedt op 25 juni 2025 in werking.

Is er een tijdspad voor het regelen van deze digitale toegankelijkheid?

  1. Welke impact heeft dit op de diensten van de stad Gent: zelfbediening terminals, parkeermeters, betaalterminals parkeergarages (bevoegdheid stad?), website van de stad, apps (bv Ivago, melding Sluikstort, …), telefonische dienstverlening (bv Gentinfo)?
  2. Wat zijn de financiële gevolgen hiervan?
  3. Is er een tijdspad voor het regelen van deze digitale toegankelijkheid?
Het antwoord →

1. Welke impact heeft dit op de diensten van de stad Gent: zelfbediening terminals, parkeermeters, betaalterminals parkeergarages (bevoegdheid stad?), website van de stad, apps (bv Ivago, melding Sluikstort, …), telefonische dienstverlening (bv Gentinfo)?

De European Accessibility Act (EAA) is in de eerste plaats gericht op private ondernemingen en organisaties die producten maken of diensten aanbieden op de Europese markt. Over welke producten en diensten het gaat en aan welke  toegankelijkheidsvereisten ze moeten voldoen, wordt hier opgesomd. De verantwoordelijkheid voor de conformiteit van deze producten en diensten met de EAA, ligt dus vooral bij de private ontwikkelaars en aanbieders zelf. Indirect zal dit natuurlijk ook impact hebben op (de dienstverlening van) een lokale overheid, aangezien overheden producten en diensten afnemen op de private markt.

Op dit moment is het al zo dat onze websites en apps moeten voldoen aan de eisen van de Europese norm EN 301 549, geregeld via het Bestuursdecreet. Daarnaast is er de wet op de overheidsopdrachten, die maakt dat toegankelijkheid als technische eis verplicht is bij het beschrijven van een overheidsopdracht. Of de EAA betekent dat de Stad Gent haar bepalingen in bestekken/overheidsopdrachten moet updaten, zullen we de komende maanden bekijken, samen met de diensten die een rol spelen in het aankoopbeleid van onze organisatie.

Parkeerautomaten, betaalautomaten, laadpalen en parkeerapps, zelfbedieningsterminals 

De EAA geldt voor zelfbedieningsterminals die worden gebruikt voor betalingen, ticketverkoop en andere openbare diensten. Dit betekent dat bijvoorbeeld parkeerautomaten en betaalautomaten in parkings moeten voldoen aan de technische specificaties van de norm EN 301 549. Voor producenten, verdelers en leveranciers betekent dit dat nieuwe zelfbedieningsterminals die vanaf 28 juni 2025 op de markt komen verplicht toegankelijk moeten zijn. Voor aanbieders met producten of diensten die al vóór 28 juni 2025 in gebruik waren, kunnen lidstaten uitstel van vijf jaar toestaan, waardoor de verplichtingen pas vanaf 28 juni 2030 ingaan. Een dienstverlener van parkeerdiensten kan bijvoorbeeld zelfbedieningsterminals gebruiken tot het einde van hun economische levensduur, maar niet langer dan twintig jaar na ingebruikname. Dat betekent dat zo’n terminals uiterlijk op 28 juni 2045 buiten gebruik moeten gesteld worden, of tegen vervangen moeten zijn door exemplaren die aan de EAA-vereisten voldoen.

Er is dus geen dringende verplichting om bestaande terminals meteen te vervangen, maar het is wel belangrijk om bij nieuwe aankopen en vernieuwingen rekening te houden met de toegankelijkheidsvereisten van de EAA, en met de wet op overheidsopdrachten, als de aankoop daaronder valt.

Webtoepassingen  

De EAA is al veel langer van toepassing op overheden. De uitbreiding naar andere sectoren gebeurt in juni 2025.  Het voordeel is dat onze leveranciers vanaf dan voor al hun klanten aan de wetgeving moeten voldoen. Onder andere Vintia, bij wie onze webshops voor sport en musea werden aangekocht, werkt aan een inhaalbeweging om tegen de deadline te voldoen aan de regels. In onze software-aanbestedingen staat altijd vermeld dat we een oplossing zoeken die voldoet aan het niveau WCAG 2.1 AA in toepassing van de EAA.  

De webtoepassingen die door de diensten van District09 ontwikkeld werden, voldoen al meerdere jaren aan de EAA. Het gaat onder andere om de Stad.Gent, Visit.Gent- en andere websites of toepassingen zoals toegang tot de LEZ. Bij de opmaak van de huisstijl van de Stad Gent werd ook rekening gehouden met de vereisten. Door van bij het begin in elk concept en tijdens de ontwikkeling rekening te houden met de vereisten, is de kost lager dan als dit achteraf zou moeten aangepast worden.

District09 heeft onlangs de toegankelijkheidsverklaring op de website geëvalueerd. De technische issues rond kaarten kunnen vooralsnog niet opgelost worden, al betreffen ze slechts een klein deel van de content. Ook de Dienst Communicatie heeft recent een review gedaan.  

Elke website en toepassing moet zo een toegankelijkheidsverklaring hebben en die op regelmatige basis wordt bijgewerkt. Bij sommige teams is zeker nog ruimte voor verbetering die niet veel inspanning vraagt.  De toegankelijkheidsverklaring van Vist.Gent wordt bijvoorbeeld jaarlijks bijgewerkt.

Ivago  

Ivago maakt samen met andere afvalintercommunales gebruik van een app die niet in beheer bij Stad Gent.

Sluikstortapp 

De huidige sluikstortapp wordt in de loop van 2025 vervangen door de Gentse variant van de Mijn Burgerprofiel-app. Die laatste heeft een zelfevaluatie gepubliceerd in de vereiste toegankelijkheidsverklaring, waarin vermeld staat waar het decreet niet nageleefd wordt.

Gentinfo 

De telefoniesystemen van Gentinfo zijn in beheer van de dienstverlener van Gentinfo, namelijk N-Allo.  

2. Wat zijn de financiële gevolgen hiervan?

De Stad is an sich niet verantwoordelijk voor het aanpassen van de producten en de diensten die vallen onder de EAA. Dit is de verantwoordelijkheid van de private aanbieders en ontwikkelaars. De vraag of dit een impact zal hebben op de prijs van deze producten of diensten, is niet meteen te beantwoorden. De financiële gevolgen voor software zijn zeer beperkt. Bij onze eigen ontwikkelingen maakt de naleving van deze wetgeving deel uit van het bestaande proces. Leveranciers rekenen geen kosten aan om hun product in lijn te brengen met de EAA.

 3. Is er een tijdspad voor het regelen van deze digitale toegankelijkheid? Vanaf 28 juni 2025 moeten diensten en nieuwe producten die onder de EAA vallen toegankelijk zijn. De komende maanden wordt bekeken of en op welke manier de bepalingen in onze overheidsopdrachten moeten worden aangepast. Het is bovendien niet nodig om meteen alle producten en diensten te vervangen. Producten die al op de markt zijn voor deze datum, moeten nog niet meteen aan de EAA voldoen. Voor deze producten is een overgangsperiode voorzien van vijf jaar. Een dienstverlener van zelfbedieningsterminals mag deze producten zelfs in gebruik laten tot het einde van hun economische levensduur (= tot twintig jaar na ingebruikname). Voor District09 is geen tijdspad voorzien, aangezien wat we al in beheer hebben reeds conform is. Inhoudelijk is het wel een prioriteit om de stad te ondersteunen in een bewustmaking voor de continue inspanning die nodig is om in orde te blijven, door bijvoorbeeld bij elke nieuwe foto die toegevoegd wordt ook een goede beschrijving toe te voegen. Voor de aankoop van software bij leveranciers ligt de verantwoordelijkheid bij de leverancier. Voor hardware is minimaal het doel om dit op te nemen opnemen in alle nieuwe contracten.


Verwijderen van asbest in de Gentse scholen

03/02/2025 – Schriftelijke vraag gericht aan Hafsa El-Bazioui

De vraag →

Sinds 2018 lieten ruim 2.400 scholen hun asbestsituatie in kaart brengen. Dat gebeurde wellicht ook in de scholen van de stad Gent.

Minister van onderwijs Zuhal Demir kondigde op 11 januari 2025 aan dat ze de terugbetaling van de asbestverwijdering op zou trekken van min 60 % naar de volle 100 %. Ze doet dat om de meest kwetsbaren, onze kinderen, te beschermen. Iets wat we enkel kunnen toejuichen. Tot op vandaag weten we niet hoe deze maatregel zal geïmplementeerd worden.

Bovendien lijkt de 5 miljoen euro/jaar voor het Vlaamse onderwijs een peulschil in relatie tot de omvang van de asbestproblematiek. Het bedrag zou niet eens volstaan om onze Gentse stadsscholen te saneren en wordt enkel de verwijdering gesubsidieerd of ook het herstel indien de muren opnieuw moeten bepleisterd worden ?

  1. Wat is de huidige analyse van de asbestsituatie in de Gentse (stads)scholen ?
  2. Wat is het concrete stappenplan voor asbestverwijdering ?
  3. Hoeveel tijd wordt er geschat om de asbestproblematiek in alle Gentse scholen volledig aan te pakken ?
  4. Wat is de geschatte kostprijs ?
  5. Zijn er specifieke voorwaarden waaraan scholen moeten voldoen om in aanmerking te komen voor de subsidie ?
  6. Hoe zullen scholen geïnformeerd worden over deze maatregel en de bijhorende procedures ?
Het antwoord →

Huidige analyse van de asbestsituatie in de Gentse (stads)scholen:
De asbestsituatie in de Gentse scholen is in kaart gebracht door middel van asbestinventarissen. De resultaten tonen aan dat op een aandeel locaties asbesthoudende materialen bevat. Dit in uiteenlopende gradaties.

Concreet stappenplan voor asbestverwijdering:
 Het stappenplan omvat de volgende fasen:

  1. Fase 1: Jaarlijkse inventarisatie en risicoanalyse (wettelijke verplichting).
  1. Fase 2: Prioritering van scholen op basis van de risicoanalyse.
    1. De asbestprioritering gebeurt op basis van de volgende criteria:
    1. Hecht gebonden/niet hecht gebonden asbesttoepassingen (cf. asbestafbouwplan – wettelijke verplichting)
    1. Niet dringend/dringend (cf. jaarlijkse RA asbest)
    1. Niet dwingend/dwingend (cf. KB basisnormen en scholennorm – wettelijke verplichting)
  1. Fase 3: Uitvoering van verwijdering en herstelwerkzaamheden.

Fase 4: Nazorg en monitoring van de situatie (wettelijke verplichting cf. asbestafbouwplan)

Geschatte tijd om de asbestproblematiek in alle Gentse scholen aan te pakken:
 De diensten schatten in dat de aanpak over twee legislaturen heen ingepland en uitgevoerd kan worden.

Geschatte kostprijs:

            Voor het verwijderen van het asbest in deze schoolgebouwen (inclusief herstel van verwijderde materialen) wordt het             benodigde budget ingeschat op 16 M euro, onder voorbehoud van de huidige gegevens en huidige gemiddelde             eenheidsprijzen.

Informatievoorziening aan scholen over de maatregel en procedures:
Er zijn al informatiesessies georganiseerd in de stadsscholen in Gent, waar de asbestaanpak en de bijbehorende procedures worden toegelicht. Daarnaast zijn er informatieve documenten en richtlijnen beschikbaar voor de betrokken scholen.

Specifieke voorwaarden voor subsidie:
Scholen dienen te voldoen aan bepaalde voorwaarden om in aanmerking te komen voor de subsidie. Deze omvatten onder meer een gedegen asbestinventarisatie, een goedgekeurd verwijderingsplan en naleving van veiligheidsvoorschriften. Verdere details zullen worden gedeeld zodra deze zijn vastgesteld door de Vlaamse overheid.


Wonen voor personen met een beperking

03/02/2025 – Schriftelijk vraag gericht aan Filip Watteeuw

De vraag →

Iedereen heeft recht op een aangepaste woning die voldoet aan hoge kwaliteitsnormen, zich bevindt in een leefbare omgeving, betaalbaar is en woonzekerheid biedt.

Deze elementen vormen de kern van menswaardig wonen, een doel dat een gezamenlijke inspanning van alle bestuursniveaus vereist.

Mensenrechtenorganisaties voor personen met een handicap benadrukken het cruciale belang van dit recht. Zonder een geschikte woonplaats kunnen mensen met een beperking geen volwaardige rol in de samenleving vervullen.

Personen met een handicap hebben, net als ieder ander, het recht om zelf te kiezen waar en met wie zij willen wonen en om volledig deel te nemen aan de maatschappij. Dit recht wordt expliciet erkend in het VN-Verdrag inzake de Rechten van Personen met een Handicap (VN-Verdrag Handicap).

  1. Welke concrete stappen onderneemt de stad Gent om betaalbare en toegankelijke huisvesting voor mensen met een handicap te garanderen?
  2. Hoe wordt ervoor gezorgd dat woningen niet alleen fysiek toegankelijk zijn, maar ook betaalbaar, energiezuinig en zonder verplicht gekoppelde zorg?
  3. Is er lokaal beleid om discriminatie specifiek t.o.v. mensen met een beperking op de private huurmarkt tegen te gaan, bijvoorbeeld via praktijktesten?
  4. Wat doet de stad om de kloof tussen inkomensniveau en huurprijzen voor mensen met een handicap te dichten, bijvoorbeeld via subsidies of andere maatregelen?
  5. Hoe werkt het stadsbestuur samen met andere beleidsniveaus om inclusieve en betaalbare woonoplossingen structureel te verbeteren?
Het antwoord →

1. Welke concrete stappen onderneemt de stad Gent om betaalbare en toegankelijke huisvesting voor mensen met een handicap te garanderen ?

Gent draagt als Vlaamse centrumstad bij tot de missie van het Vlaams woonbeleid. De Vlaamse Codex Wonen omschrijft deze missie als volgt: Iedereen heeft recht op menswaardig wonen. Daartoe moet de beschikking over een aangepaste woning, van goede kwaliteit, in een behoorlijke woonomgeving, tegen een betaalbare prijs en met woonzekerheid worden bevorderd (art. 1.5).

De Stad Gent bouwt al jaren aan een beleid rond integrale toegankelijkheid voor iedereen en meer specifiek voor personen met een beperking. 

Wat doet de Stad Gent vandaag rond huisvesting voor personen met een beperking: 

  • advies geven
    • algemeen advies rond wonen aan de burger en rond betaalbaar wonen in private projecten en rond sociaal wonen (Woonwijzers) 
    • woon-/toegankelijkheidsadvies op maat aan eigenaars ouder dan 65 (ergotherapeuten Zelfstandig wonen)
    • advies aan projectontwikkelaars die aangepaste flats of assistentiewoningen willen bouwen (ergotherapeuten Zelfstandig wonen)
    • uitgebreid advies op door sogent geselecteerde stadsontwikkelingsprojecten, waarbij GOLLD contractueel opgelegd is (architect toegankelijkheidsambtenaar)
    • advies op vraag rond aanpasbaar bouwen in nieuwbouwprojecten of info aan geïnteresseerde architecten (architect toegankelijkheidsambtenaar)
    • advies en renovatieondersteuning door de Energiecentrale, het Verhuurderspunt en het Gent Knapt Op-project
  • middelen toekennen
    1. Subsidiereglement Projectoproep Kwetsbare doelgroepen op de huisvestingsmarkt (2024-2025): subsidies aan organisaties van kwetsbare groepen voor bouwen, verbouwen, renoveren en verwerven van huisvesting via een herhaalde projectoproep. Kwetsbare doelgroepen zijn subdoelgroepen binnen de maatschappij die een aantoonbare moeilijke toegang hebben tot betaalbare huisvesting.
    2. Subsidiereglement voor de renovatie of verbouwing van huurwoningen in de periode 2022-2025: premie aan verhuurders voor renovatie of verbouwing/heropbouw van een huurwoning die ook kan ingezet worden i.f.v. redelijke aanpassingen, verhogen van de toegankelijkheid

Bij het Verhuurderspunt van de Stad Gent kunnen verhuurders terecht voor kosteloos renovatieadvies en -begeleiding om de huurwoning aan te passen aan de geldende woningkwaliteitsnormen, energiezuinigheid en toegankelijkheid. Dit gebeurt in nauwe samenwerking met woningcontroleurs van de dienst Toezicht Wonen, Bouwen en Milieu en renovatiecoaches van De Energiecentrale. Voor het verbeteren van de toegankelijkheid van de huurwoning, geeft een ergotherapeut en/of een toegankelijkheidsambtenaar van de Stad Gent advies (toegankelijkheidsadvies). Het laatste kan ook gaan over redelijke aanpassingen voor een huurder met een fysieke/motorische handicap.

  • voorbehoud en/of voorrang voorzien voor 65-plussers en personen met een beperking in sociale huisvesting via het Lokaal Toewijzingsreglement. In Gent is momenteel ongeveer 10% van de sociale woningen gereserveerd/gelabeld voor oudere daklozen (45+), mensen met een autismespectrumstoornis, mensen met een beperking in het kader van een beschutte werkplaats en/of begeleid wonen, mensen met langdurige en ernstige psychiatrische problemen, ouderen (65+), daklozen met een mislukte woonervaring door meervoudige problematiek.
  • lopende overeenkomst met sogent en het vroeger Woningent (nu Thuispunt Gent) opvolgen om nieuwbouw te bouwen volgens het GOLLD-principe dat in Gent werd ontwikkeld
  • toezicht op de toepassing van de verordening toegankelijkheid voor wat betreft de gemeenschappelijke delen in meersgezinswoningen (architect toegankelijkheidsambtenaar)
  • assistentiewoningen van het OCMW beheren 
  • Charter Integrale Toegankelijkheid (2019) met reeds een tweede bijhorend Actieplan Integrale Toegankelijkheid (2023-2025) voorbereiden en uitvoeren (vooral focus op openbaar domein).
  • herhaalde praktijktesten uitvoeren op de private huurmarkt rond discriminatie o.a. van personen met een beperking met opvolging. (zie ook antwoord op vraag 3)
  • onderzoek voeren
    1. Ruimte voor ouderen (actualisering 2019), 
    2. Woonstudie 2024 waarin aandacht gaat naar levensloopbestendig wonen
  • Acties onder 7.2 in de Beleidsnota Wonen 2020-2025 rond Woonoplossingen voor mensen met een beperking

2. Hoe wordt ervoor gezorgd dat woningen niet alleen fysiek toegankelijk zijn, maar ook betaalbaar, energiezuinig en zonder verplicht gekoppelde zorg ?

De Stad Gent voert een beleid voor betaalbaar en energiezuinig wonen dat voor elke burger geldt, ongeacht de fysieke situatie. Wat betaalbaarheid betreft doen we ook inspanningen voor personen met een beperking en andere kwetsbare groepen (zie punt 4.) De subsidie voor de renovatie of verbouwing van huurwoningen zet naast toegankelijkheid ook in op basiswoningkwaliteit en de verduurzaming van het huurpatrimonium door energiezuinige werken te subsidiëren. 

We beseffen dat de wooncrisis personen met een fysieke beperking nog kwetsbaarder maakt. Het inzicht is er dat mensen met een handicap zich vaak in armoede bevinden en dat er heel weinig aangepast woonaanbod is in Gent, wat het voor hen extra moeilijk maakt. Vandaag is er een mismatch tussen vraag en aanbod, o.a. omdat de vraag van personen met een handicap vaak niet tot bij de aanbieders geraakt, waardoor aanbieders begrijpelijk maar geheel onterecht soms concluderen dat er weinig vraag is. De vraag naar aangepaste woningen zal de komende jaren substantieel stijgen: het Vlaamse beleid moedigt aan om ondersteuning zelf te organiseren veeleer dan in een collectieve voorziening te wonen en volgens prognoses zal de vergrijzing exponentieel stijgen, ook in Gent. 

Een beleidsnetwerk van betrokken diensten doet momenteel voorbereidend beleidswerk om te onderzoeken hoe we als Stad meer zelfstandig wonen (dus zonder verplicht gekoppelde zorg) voor personen met een fysieke beperking kunnen realiseren op de sociale en private markt. Mensen met een sensoriële en of motorische beperking hebben immers veelal nood aan aanpassingen aan de woning. Bovendien kan de Stad een grote impact hebben op schaalgrootte (meer/voldoende aangepaste woningen). Met genoeg aangepaste woningen kunnen meer mensen zelfstandig wonen en hun zorg inkopen bij begeleidende diensten en zijn er minder assistentiewoningen nodig. We onderzoeken hoe er meer aanpasbaar kan gebouwd worden bij nieuwbouw en grote renovaties in Gent, zodat de ontoegankelijkheid van de woning niet achteraf ineens aan een hoge kost moet worden weggewerkt als het leven dat plots vraagt. We onderzoeken hoe er meer aangepaste woningen kunnen gebouwd worden in de wijken voor personen met een handicap en ouderen in het kader van levensloopbestendig bouwen…

3. Is er lokaal beleid om discriminatie specifiek t.o.v. mensen met een beperking op de private huurmarkt tegen te gaan, bijvoorbeeld via praktijktesten ?

De Stad Gent liet sinds 2015 veelvuldig praktijktesten uitvoeren op de private huurmarkt om de discriminatie van personen met een handicap te meten en tegen te gaan. 

In 2015 was de netto-discriminatiegraad van mensen met een visuele beperking 36% voor de gehele private huurmarkt (zowel private eigenaars als makelaars). Dat betekent dat in 36% van de gevallen de persoon zonder visuele beperking een positief antwoord kreeg op de vraag of de woning nog vrij was en kon worden bezocht, terwijl de persoon met een visuele beperking een negatief of geen antwoord kreeg. Als we enkel de professionele makelaars in beschouwing nemen, lag de netto-discriminatiegraad toen op 21%. 

Bij de praktijktesten van 2016-2017 werden verschillende vormen van handicap meegenomen in het onderzoek: visuele beperking, gebruik rolstoel, meervoudige handicap en mentale beperking. De netto-discriminatiegraad van mensen met een handicap door makelaars bleek tussen 2015 en 2017 gedaald van 21% naar 15%. Een positieve trend dus. 12 van de 86 actieve makelaars (1 op 7) bleken te discrimineren op basis van afkomst en/of beperking. Unia nodigde de restgroep vastgoedmakelaars die stelselmatig discrimineren uit voor een gesprek. Alle 86 makelaars kregen van Unia en Stad Gent een vorming aangeboden over de antidiscriminatiewet en antiracismewet. In 2018 werden de 12 makelaars die volgens het onderzoek discrimineerden opnieuw getest. Er kon geen significant patroon van discriminatie meer worden vastgesteld.

In de periode 2022-2023 liet de Stad opnieuw praktijktesten uitvoeren op de private huurmarkt en opnieuw werd er ook op handicap getest. Enerzijds ging het om dove kandidaten, anderzijds om mensen in een rolstoel die vroegen naar “redelijke” aanpassingen. Uit het onderzoek bleek dat dove mensen niet worden gediscrimineerd. Mensen in een rolstoel ervaren daarentegen een grote mate van uitsluiting. Voor de gehele sector bedroeg de discriminatiegraad 36% en als we enkel de professionele makelaars in beschouwing nemen zelfs 39%.

De discriminatie van zowel mensen met een migratieachtergrond als mensen in een rolstoel deed zich in het bijzonder voor bij 17 makelaars. Aan de uitvoerende partner LEVL werd gevraagd om aan zo veel mogelijk dossiers verder gevolg te geven door ze in te dienen bij het BIV en het VMRI. 

4. Wat doet de stad om de kloof tussen inkomensniveau en huurprijzen voor mensen met een handicap te dichten, bijvoorbeeld via subsidies of andere maatregelen ?

In het Subsidiereglement voor de renovatie of verbouwing van huurwoningen in de periode 2022-2025 is een maximale huurprijsvermeld en de woning moet 9 jaar op de huurmarkt blijven. Dit is voor alle betrokken huurders ongeacht of ze een handicap hebben of niet. 

In het Subsidiereglement Projectoproep Kwetsbare doelgroepen op de huisvestingsmarkt (2024-2025)is deze prijs nog iets scherper:

Betaalbare huisvesting:  

• Huisvesting is betaalbaar indien de effectieve (desgevallend geïndexeerde) huurprijs niet hoger is dan 85 % van het geïndexeerde maximum zoals die vermeld worden in het subsidiereglement voor de renovatie of verbouwing van huurwoningen in de periode 2022 – 2025′ (zie hierboven). Bij deze maximumprijzen werd rekening gehouden met het type, de grootte en het E-peil van de woning. 

• Woningen die (door een organisatie waarvan reguliere werking gericht is op recht op wonen,) ingezet worden als groepswoning of waar personen uit kwetsbare doelgroep in gemeenschap leven, met verplichte begeleiding voor de bewoners. Voor deze bewoners mag bijdrage of huur die betaald wordt niet hoger zijn als 35% van het leefloon.

5. Hoe werkt het stadsbestuur samen met andere beleidsniveaus om inclusieve en betaalbare woonoplossingen structureel te verbeteren ?

Er is een nood aan initiatief hierrond, gemeenten zijn vragende partij voor meer impact op/ aandacht voor toegankelijke huisvesting en levenslang wonen, maar er zijn nog geen concrete beleidsinitiatieven. Er is enkel de beleidsnota van Gelijke Kansen https://www.vlaanderen.be/publicaties/beleidsnota-2024-2029-gelijke-kansen waar wonen altijd vernoemd wordt in combinatie met werken, mobiliteit, onderwijs. Het wordt dus zeker een aandachtspunt van de nieuwe minister.

Tot vandaag is het bovenlokale en lokale beleid rond toegankelijke huisvesting beperkt en gefragmenteerd. Een beleid dat de vermaatschappelijking van de zorg faciliteert voor wie sterk genoeg is en zorg draagt voor wie niet zelfstandig kan wonen, jong en oud, dringt zich op. We proberen deze boodschap over te brengen naar Vlaanderen. Het is immers hoog tijd dat Vlaanderen de gewestelijke stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid aanvult met normen over aangepaste woningen, ook de private in de meersgezinswoningen. Deze verordening regelt enkel de toegankelijkheid van publiek toegankelijke gebouwen en gemeenschappelijke delen van meergezinswoningen bij het bouwen of renoveren van deze gebouwen (dus max. tot aan de voordeur). De actualisering van de Vlaamse verordening toegankelijkheid is niet gerealiseerd in de voorbije legislatuur. Als Vlaanderen nu geen regelgeving opneemt rond toegankelijk en aanpasbaar bouwen binnen in nieuwbouw en renovatie van (meergezins)woningen, dan verliezen we vele jaren. De jaren waarin de doelgroep door de vergrijzing steeds groter wordt. Deze actualisering moet hand in hand gaan met nieuwe bruikbare regelgeving rond toegankelijkheid in de Vlaamse Codex Wonen, ter vervanging van de huidige vage regels rond mobiliteitscriteria. Die zijn amper toepasbaar voor de controleurs.


Nieuwe regeling glasophaling

28/01/2025 – Schriftelijke vraag gericht aan Sofie Bracke

De vraag →

In de Gentse deelgemeenten stopt afvalophaler IVAGO met de glasophaling aan huis.  Vanaf april moeten 50.000 gezinnen hun glasafval naar een glasbol brengen. Er komen op 83 plaatsen glasbollen.  In het centrum en de buitenwijken blijft de ophaling bestaan. Het glas moet aangeboden worden in een uniforme blauwe bak.

  • Zullen deze glasbollen bereikbaar zijn wat betreft ondergrond (beton, zand, grint, houtsnippers, …)? 
  • Zijn deze glasbollen ontworpen vanuit het idee van inclusie en universal design m.a.w. bereikbaar vanop lage hoogte voor bijvoorbeeld rolstoelgebruikers, mensen die hun armen niet goed in de hoogte kunnen tillen of kinderen die een handje willen helpen?
  • Wat met de bestaande zwarte glasbak die kon aangekocht worden bij Ivago en dezelfde afmetingen heeft dan de voorgestelde blauwe bak ?Mag die nog aangeboden worden? 
Het antwoord →

IVAGO heeft de idee van inclusie meegenomen in de voorbereiding van het project. IVAGO stelde evenwel vast dat een verlaagde inworp niet haalbaar was. In dat geval halveert het inwerpvolume, en zouden er dubbel zoveel glasbollen geplaatst moeten worden.

De soort glasbollen die IVAGO aankoopt en plaatst, zijn de glasbollen die ook vele andere steden en gemeenten volop gebruiken.

De glasbollen worden steeds op een verharde ondergrond geplaatst: asfalt, beton, enz. De oude IVAGO-glasbakken mogen ook in de toekomst nog aangeboden worden. Wie bv. vroeger al een zwarte glasbak kocht bij IVAGO, zal die nog kunnen gebruiken.


Locatie VZW een hart voor vluchtelingen

27/01/2025 – Mondelinge vraag gericht aan Astrid De Bruycker

De vraag →

Vzw een Hart voor Vluchtelingen zet zich in om starters, nieuwkomers en kwetsbare Gentenaars te helpen en te ondersteunen.
Zij zijn gehuisvest in de Forelstraat 37 te Gent. Naar ik vernam werd hun huurcontract opgezegd en moeten ze eind maart 2025 hun locatie verlaten.
Ook andere hulpverleningsorganisaties zoals de Rode Lotus, de Tinten en sociaal 9050 zijn onzeker van hun locatie. Dit bezorgt de armoedeorganisaties heel veel stress.
Bovengenoemde organisaties worden ingeschakeld in het stedelijk beleid, krijgen werkingsmiddelen voor de huur of maken gebruik van een stadsgebouw.

  • Is de burgemeester/schepen op de hoogte dat vzw een Hart voor Vluchtelingen zijn huuropzeg heeft gekregen ?
  • Waar kan de vzw een Hart voor Vluchtelingen zijn werking na 1 april verder zetten ?
  • Kan er ondersteuning gebeuren voor de verhuis ?
Het antwoord →

Het stadsbestuur en de betrokken stadsdiensten zijn op de hoogte dat de private verhuurder van het gebouw in de Forelstraat de opzeg gegeven heeft aan de vzw Een Hart Voor Vluchtelingen. De werking van Een hart voor vluchtelingen is een grote meerwaarde in onze stad. Zij bieden materiële hulp aan starters, maar het is ook een ongelooflijk warme ontmoetingsplek voor nieuwkomers. Een plaats waar ze even thuis kunnen komen, wat menselijkheid kunnen vinden. We vinden deze werking dus erg belangrijk en de huidige situatie die veel stress en onzekerheid met
zich brengt, is pijnlijk.
Het stadsbestuur nam na het nieuws hierover contact op met de verantwoordelijke van de vzw om de situatie in kaart te brengen. De burgemeester heeft namens het college contact opgenomen met de verhuurder om te bekijken of er nog mogelijkheden zijn. De verhuurder zegde op vraag van de burgemeester toe tot een verlenging van de huurperiode met een maand. Hierdoor is de opzegdatum verschoven van eind maart 2025 naar eind april 2025.
Vele stakeholders in onze stad zijn nu betrokken bij de dringende zoektocht naar een nieuwe locatie en suggereerden al enkele mogelijks interessante panden. Ook vanuit verschillende stadsdiensten wordt hierbij ondersteuning geboden. De stadsdiensten legden al contact met de private eigenaar van een loods in de wijk Ekkergem. Van zodra het pakket van eisen van de organisatie (EHVV) duidelijk is, zal dit afgetoetst worden aan de mogelijkheden van deze loods. Dit gaat onder meer over de mogelijkheden tot verwarming en het laden en lossen van goederen. De Stad Gent volgt de situatie dus nauwgezet op. Ik roep ook iedereen op die concrete suggesties heeft, om die zeker over te maken.


Openbare toiletten station Dampoort

22/01/2025 – Schriftelijke vraag gericht aan Joris Vandenbroucke

De vraag →

In Gent vind je overal gratis toegankelijke openbare toiletten, 185 toiletten zijn verspreid over het hele grondgebied. 

In station Dampoort bevinden zich 5 toiletten, 3 urinoirs en 1 toilet voor personen met een handicap, maar deze zouden betalend zijn. 

Op zondag zouden deze toiletten gesloten zijn en kunnen de treinreizigers er geen gebruik van  maken. 

  • Is de schepen op de hoogte dat deze toiletten op zondag gesloten zijn? 
  • Vermoedelijk valt dit onder de bevoegdheid van de NMBS, kunnen hierover afspraken gemaakt worden zodat er toch 1 toilet toegankelijk is op zondag? 
  • Zijn er nog andere oplossingen mogelijk, een openbaar toilet in een druk station lijkt me wel essentieel ook op zondag?
Het antwoord →

Is de schepen op de hoogte dat deze toiletten op zondag gesloten zijn?  
Ja, de toiletten zijn gesloten ‘s avonds in de week en op zondag wanneer er geen personeel meer is in het station. 

  
Vermoedelijk valt dit onder de bevoegdheid van de NMBS, kunnen hierover afspraken gemaakt worden zodat er toch 1 toilet toegankelijk is op zondag ?  

Het station en de uitbating van die toiletten zijn volledig de verantwoordelijkheid van de NMBS. We hebben uw vraag dan ook gesignaleerd aan de NMBS. U kan als treingebruiker ook die vraag bezorgen aan de klantendienst van de NMBS. 

Zijn er nog andere oplossingen mogelijk, een openbaar toilet in een druk station lijkt me wel essentieel ook op zondag ?  
Het is aan de NMBS om te beoordelen of het openstellen van de toiletten in haar stations tegemoet komt aan een maatschappelijke nood en hierin een beslissing te nemen.     Gelukkig investeren we als stad ook in publiek sanitair. Er staat een overzichtskaart hiervan op de website van de stad Gent: https://stad.gent/nl/samenleven-welzijn-gezondheid/publiek-sanitair


  • Facebook
  • Instagram
  • X
  • LinkedIn
  • Mail
  • RSS Feed

Archives

  • juni 2025
  • mei 2025
  • april 2025
  • maart 2025
  • februari 2025
  • januari 2025
  • oktober 2024
  • september 2024
  • augustus 2024
  • juli 2024
  • juni 2024
  • mei 2024
  • april 2024
  • maart 2024
  • februari 2024
  • januari 2024
©2025 Veerle Baert | WordPress Theme by SuperbThemes